OPERATORHANDLEIDING met onderhoudsinformatie
Veiligheidsregels
eronder vrij is van personeel en obstakels.
Beperk de rijsnelheid afhankelijk van de
toestand van het grondoppervlak, stagnatie,
helling, locatie van personeel en andere
factoren die een botsing kunnen veroorzaken.
Gevaar
componentenbeschadiging
Gebruik geen acculaders boven de 48V om de
accu's op te laden.
Gebruik de machine niet als een
aardeverbinding voor lassen.
Ontploffings- en
brandgevaar
De machine niet activeren en de accu's niet
opladen op gevaarlijke plaatsen of waar er gas
aanwezig zou kunnen zijn of mogelijk
ontvlambare of explosieve deeltjes.
Gevaar beschadigde
machine
Gebruik geen beschadigde of slecht
functionerende machines.
Voer een grondige voorafgaande inspectie uit
van de machine en test alle functies voor elke
ploegendienst. Breng op beschadigde of
slecht functionerende machines direct een
label aan en stel ze buiten bedrijf.
Zorg ervoor dat al het onderhoud is uitgevoerd
zoals staat aangegeven deze handleiding.
Zorg dat alle stickers op hun plaats zitten en
leesbaar zijn.
Zorg ervoor dat de gebruikershandleiding
volledig en leesbaar is en zich in de
opbergruimte bevindt die zich op het platform
bevindt.
Gevaar op lichamelijk letsel
Gebruik de machine altijd in een goed
geventileerde ruimte om
koolmonoxidevergiftiging te voorkomen.
Gebruik de machine niet met een hydraulisch
olie- of een luchtklok. Een luchtlek of
hydraulisch lek kan de huid binnendringen
en/of verbranden.
Onjuist contact met onderdelen onder een
afdekking kan ernstig letsel veroorzaken.
Alleen opgeleid onderhoudspersoneel mag
toegang krijgen tot compartimenten. Toegang
door de operator wordt alleen aangeraden bij
het uitvoeren van een inspectie voorafgaand
aan het gebruik. Alle compartimenten moeten
tijdens functioneren gesloten blijven en
vergrendeld zijn.
Veiligheid stempels
Laat de stempels niet zakken, tenzij de
machine op een stevige, vlakke ondergrond
staat. Als de ondergrond niet beantwoordt aan
de vereisten zoals bepaald door de relevante
voorschriften, dan moet een afdoende
voorbereiding van de ondergrond op voorhand
worden uitgevoerd om de veiligheid ervan te
verzekeren vooraleer werkzaamheden uit te
voeren. Vermijd hoogteverschillen, gaten,
onstabiele of gladde oppervlakken en andere
mogelijk gevaarlijke omstandigheden.
6