SMA Solar Technology AG
6.2.3
Extra aarding aansluiten
Als op de plaats van installatie een extra aarding of een potentiaalvereffening vereist is, moet u een
extra aarding op de omvormer aansluiten. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt als
de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat.
Kabelvereiste:
☐ doorsnede van de aardleiding: maximaal 10 mm²
Werkwijze:
1. Strip de aardleiding. Als u een aardleiding met dubbele isolering gebruikt, moet u de buitenste
isolering 120 mm strippen.
2. Draai de schroef los met een inbussleutel
(SW 5) tot de aardleiding onder de klembeugel
kan worden gestoken.
3. Steek de aardleiding onder de klembeugel. Zorg dat de aardleiding zich aan de linkerkant
bevindt.
4. Draai de klembeugel met de schroef en de borgring vast (koppel: 6 Nm). De vertanding van
de borgring moet hierbij in de richting van de klembeugel wijzen.
Bedieningshandleiding
6 Elektrische aansluiting
SB36-50SE-BE-nl-11
33