3.
HET IN EN UIT BEDRIJF
NEMEN VAN HET TOESTEL
In bedrijf nemen
1. Controleer of het toestel conform de montage voor-
schriften van Hoofdstuk 8 is aangesloten.
2. Steek de stekker van het naverwarmingstoestel in het
stopcontact.
3. Steek de stekker van de AQUASOL 4 LB-90-ET in het
stopcontact.
Als de collectortemperatuur tussen 10
de collectorpomp eerst een testprogramma doorlopen.
Hierna wordt het toestel vrijgegeven voor de regeling.
Alles gaat goed:
Op het display wordt een teller weergegeven die van 20
naar 0 aftelt. Tijdens deze aftel-procedure worden de
zelftesten van het systeem uitgevoerd, de sensoren
gecontroleerd en de collectorpomp en de zonneboiler-
pomp ieder ca. 5 sec. aangestuurd. Na de aftel procedure
worden afwisselend de temperatuur van het tapwatervat en
de bedrijfsstatus weergegeven.
Indien er voldoende licht op de collector valt voor het
opwarmen van de zonneboiler, zal de zonneboilerpomp in
een vast toerental ingeschakeld worden.
Gedurende de opstartperiode draait de collectorpomp op
hoogste toerental. Na de opstart-periode zal het toerental
van de collectorpomp automatisch op de meest optimale
snelheid worden geregeld.
De werking van het stysteem wordt weergegeven door de
knipperende punt achter het rechter getal van het display.
Er gaat iets mis: kijk op het display
Het toestel doet niets. Ook het display licht niet op:
• Controleer of de stekker in het stopcontact zit,
• Controleer of er spanning op het stopcontact
staat.
Een optredende storing wordt door een knipperend
display zichtbaar gemaakt.
Hoofdstuk 11 geeft een overzicht van de mogelijk
optredende functie- en storingscodes.
De levering van warm tapwater wordt volledig door
de naverwarmer overgenomen.
Uit bedrijf nemen
Neem de stekker van de AQUASOL 4 LB-90-ET uit het
stopcontact.
Voor het uit bedrijf nemen van de naverwarmer, zie de
handleiding van de naverwarmer.
6
Om te voorkomen dat onderdelen van uw installatie of
waterleidingen bevriezen, dient u;
• de ruimte waarin de zonneboiler is opgesteld vorstvrij
o
o
C en 130
C is zal
• de cv-installatie niet uitschakelen!
• vul het collector zijdigdeel van de installatie met
De naverwarmer moet altijd zo zijn ingesteld dat de
tapwatertemperatuur minimaal 60°C is.
Tijdens het opwarmen van het tapwatervat zal het
systeem altijd een minimale hoeveelheid energie
gebruiken. De afkoeling van het systeem is zeer gering.
Er treden kleine stilstandverliezen op. Het uitschakelen
van de boiler bij lange afwezigheid is daarom niet
noodzakelijk.
4. GEBRUIKERSADVIEZEN
In dit hoofdstuk worden een aantal handreikingen
gedaan om zoveel mogelijk voordeel van uw toestel en
de installatie te hebben.
Bevriezingsgevaar
te houden. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door de deur
naar de ruimte met de zonneboiler open te zetten.
zonneboilervloeistof!
Naverwarmertemperatuur
Op vakantie?
Laat de stekker in het stopcontact!