Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aandachtspunten Voor Montage; Voorschriften - Agpo Ferroli AQUASOL 4 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6. VOORSCHRIFTEN

Voor installatie van de AQUASOL 4 standaard dient er
rekening te worden gehouden met onder andere de
volgende voorschriften:
a. Het bouwbesluit waarin ook naar de volgende
normen wordt verwezen:
b. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties;
c. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwater-
installaties AVWI met bijbehorende werkbladen;
d. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen
en woongebouwen;
e. Brandweervoorschriften.
• Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op
normen of voorschriften of latere voorschriften op het
moment van installeren van toepassing zijn.
• De installatie van het toestel mag alleen geschieden
door daartoe gekwalificeerde personen.
• Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische
montagehandleiding als aanvulling op de bovenge-
noemde voorschriften moet worden gezien en dat
deze voorschriften prevaleren boven de informatie in
deze handleiding.
• Raadpleeg de handleiding van uw
naverwarmingstoestel.
8
7.
AANDACHTSPUNTEN
VOOR MONTAGE
Voor u overgaat tot montage van het toestel is het
belangrijk een aantal mogelijkheden, met bijbehorende
aspecten, vooraf te bekijken.
• Ontwerpdruk
Het sanitair deel van het systeem is ontwikkeld om te
functioneren tussen een druk van 1 en 8 bar.
• Thermostatisch mengventiel
Om te hoge watertemperaturen aan het tappunt te
voorkomen moet een thermostatisch mengventiel
worden geplaatst.
• Gewicht toestel
Bij het ophangen van het toestel dient u rekening te
houden met het gewicht van de gevulde zonneboiler.
Voor het gewicht zie hoofdstuk 12.3:
"TECHNISCHE GEGEVENS".
• Leidingen
Om tot een snelle warm tapwaterlevering te komen
wordt geadviseerd om de afstand tussen het toestel
en het tappunt zo kort mogelijk te houden. Daarnaast
adviseert AGPO om voor de tapwaterleidingen 12 of
15 mm leiding te gebruiken.
• Zonneboilervloeistof
Het collectorzijdig deel van de installatie moet met
zonneboilervloeistof gevuld worden.
• Leidingafschot
De leidingen tussen de zonnecollector en de terug-
loopunit moeten altijd onder afschot naar de terug-
loopunit toe verlopen. Er mogen geen leidingstukken
zijn waarin water kan blijven staan.
• Leidingisolatie
Alle warmtevoerende leidingen moeten geïsoleerd
worden met daartoe bestemd isolatie materiaal.
• Dakdoorvoer
(bij zonnecollectorplaatsing in een schuin dak)
De opening in het dakbeschot voor doorvoer van de
collectorleidingen moet worden afgedicht met een
daartoe bestemd isolatiemateriaal. Gebruik hiervoor
b.v. glaswol, steenwol, minerale wol, of een gelijk-
waardig product en werk het doorvoergat af met
daarvoor bestemd materiaal.
• Opstellingsruimte
De ruimte waarin de zonneboiler is opgesteld dient
vorstvrij te zijn.
• Voeding van de zonneboiler
Zowel de zonneboiler als de naverwarmer hebben
een 230V voeding nodig. De stopcontacten moeten
voorzien zijn van randaarden.
• Rioolaansluiting
Tijdens het opwarmen van de zonneboiler zal er altijd
een beetje water geloosd worden via de inlaat-
combinatie in de koudwateraanvoerleiding.
Voorkom de afvoer van het water uit de inlaatcombi-
natie van de zonneboiler nooit. Zorg ervoor dat het
water op een correcte manier naar het riool afgevoerd
wordt.
Voor installatie doeleinden wordt uitgegaan
van een MegaDens of MegaLux als naver-
warmer. Wanneer een ander type, of een
ander merk naverwarmer wordt gebruikt,
raadpleeg dan ook de handleiding van de naverwarmer

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lb 90 et

Inhoudsopgave