Korte gebruiksaanwijzing
Op deze pagina wordt aan de hand van een voorbeeld uitgelegd hoe de projector en de
videoapparatuur wordt aangesloten vanaf de installatie tot aan de projectie. Zie iedere pagina
voor uitgebreide informatie.
Vereiste apparatuur
Projector
1. Richt de lens van de projector naar de muur of
het projectiescherm.
2. Aansluiten op de videoapparatuur. (Pagina 16)
Videokabel
3. Sluit met behulp van een audiokabel de uitgang
van de videoapparatuur aan op de ingang van
de audioapparatuur.
4. Steek het netsnoer in de netingang van de pro-
jector en het stopcontact. (Pagina 14)
5. Verwijder het lensdopje van de lens.
Lensdop
Afstandsbediening
Plaatsen van de batterijen.
(Pagina 11)
Op INPUT 4
Naar video-
uitgangsaansluiting
Stel de scherpte
(focus) in door aan
de scherpstelring te
draaien.
Netsnoer
Netsnoer
6. Schakel de projector in met behulp van de
op de afstandsbediening. (Pagina 30)
ON-toets
Ingang-4 toets
(INPUT 4)
7. Druk op de
van de afstandsbediening, als
u INGANG 4 wilt selecteren. (Pagina 31)
"In-beeld-display
8. Schakel de videoapparatuur in.
9. Speel de video af.
10.Stel de beeldgrootte, de positie van het geprojec-
teerde beeld en de scherpte in. (Pagina 25)
Stel de zoom in met
behulp van de
zoomknop.
Opmerking
Deze projector kan zowel aangesloten worden op
•
een computer als op videoapparatuur. (Pagina 21)
Videoapparatuur
Videokabel
De bedrijfsindicator
(POWER) licht groen op.
AAN
Stel de hoogte van het beeld
in, door aan de lens-shift-knop
te draaien.
-7