HOOFDSTUK 14: VERSTELBARE BREEDTE EN DIEPTE ZITTING
c. Verwijder de inbusbouten die de vergrendelingsklemmen aan de voetsteunextensies bevestigen.
d. Verwijder de inbusbouten die de voetsteunextensies aan de voetsteunverbreder bevestigen.
e. Haal de vergrendelingsklem en de -beugel van iedere voetsteunextensie af en breng deze opnieuw aan op de
tegenovergestelde voetsteunextensie, zodat de voetsteun die u opnieuw heeft aangebracht, is ingesteld zoals
afgebeeld in Figuur 14-11.
10. Beginnend met de verbreder van de zittingsstang en die van de camberbuis, verstelt u de rolstoel tot in gewenste
breedte. Zie Figuur 14-4. U kunt de rolstoel verstellen met tussenstappen van 2 cm. Breng de inbusbouten die
de zittingsstang aan de verbreder van de camberbuis bevestigen en de camberbuis aan de camberbuis verbreder,
opnieuw aan en draai deze met de hand vast.
Opmerking: Zorg dat de verbreders goed in het middelpunt van de camberbuis en de zittingsstang zijn aangebracht
en dat ze allebei dezelfde breedte hebben.
11. Verstel de rugleuning tot op dezelfde breedte als de nieuwe breedte van de zitting, en zorg dat de verbreder van de
rugleuning of duwhandgreepklem zich in het middelpunt van de backrest rigidizer bar bevindt. Zie de Figuren 14-2
en 14-3. Breng de inbusbouten die de verbreder van de rugleuning of de duwhandgreepklem vastzetten opnieuw
aan, en draai ze met de hand vast.
12. Meet de breedte van de zitting aan de voor- en de achterkant van het frame. Als de breedtes gelijk zijn, draait u
de inbusbouten die de verbreder van de zittingstang, en die van de camberbuis en de rugleuning vastzetten, stevig
vast, of drukt u tegen de klembevestiging van de duwhandgreep.
13A. Indien u een in hoek verstelbare of hoog gemonteerde in hoek verstelbare voetsteun heeft, draait u de twee
inbusbouten die de voetplaat aan de klem vastzetten, stevig vast. Hiermee bevestigt u de klem aan de
voetsteunextensies. Zie Figuur 14-5 en 14-6.
13B. Indien u een naar achteren wegklapbare voetsteun of een hoog gemonteerde naar achteren wegklapbare
voetsteun (ongeacht het type voetplaat) zoals afgebeeld in Figuur 14-7:
a. Breng de inbusbouten die de voetsteunextensies aan de voetsteunverbreder bevestigen, weer aan, en zorg
dat de voetsteunverbreder in het middelpunt van de twee voetsteunextensies is aangebracht. Draai stevig
vast. Zie Figuur 14-12.
Twist Handleiding
figuur 14-11
plek van Vergrendelingsklemmen op Small footrest Na
De Breedte te Hebben Versteld
Inbusbouten
Remove the word
Omwenteling
Draaibeugels
14-5
OM0006_Rev A_Twist