De frequentieomvormer progr...
25-06 Aantal compressoren
Option:
[0]
2
compressoren
*
7
7
[1]
3
compressoren
25-20 25-20 Neutr zone [eenh]
Range:
4,00
[0-9999,99] Stel de neutrale zone (NZ) zodanig in dat
*
25-21 +Zone [eenh]
Range:
3,00
*
[0-9999,99]
80
ADAP-KOOL
Functie:
kunnen drie compressoren worden
aangestuurd. Als zowel de compressor met
variabele snelheid als de compressor met
vaste snelheid via ingebouwde relais
moeten worden bestuurd, kunnen slechts
twee compressoren worden aangesloten.
Als par. 25-05 Vaste hoofdcompressor wordt
ingesteld op Nee [0]: één compressor met
variabele snelheid en één compressor met
vaste snelheid, waarbij beide worden
bestuurd via een ingebouwd relais. Als par.
25-05 Vaste hoofdcompressor wordt
ingesteld op Ja [1]: één compressor met
variabele snelheid en één compressor met
vaste snelheid die wordt bestuurd via een
ingebouwd relais.
3 compressoren [1]: één hoofdcompressor;
zie par. 25-05 Vaste hoofdcompressor. Twee
compressoren met vaste snelheid die
worden bestuurd via ingebouwde relais.
Functie:
een normale fluctuatie van de systeemdruk
mogelijk is. In systemen met een pack
controller wordt de gewenste systeemdruk
typisch binnen een bepaalde zone gehouden
en niet op een vast niveau. Dit voorkomt dat
compressoren met vaste snelheid veelvuldig
in- en uitschakelen.
Voor het programmeren van de NZ geldt de
eenheid die is geselecteerd in par. 20-12
Referentie/terugk.eenheid. Deze parameter
definieert een zone onder en boven het
instelpunt waarbij staging/destaging niet zal
plaatsvinden. Bijvoorbeeld: wanneer het
instelpunt -20 °C is en de NZ wordt ingesteld
op 4 °C, wordt een zuigdruk toegestaan die
overeenkomt met een temperatuurwaarde
tussen -24 °C en -16 °C. Binnen deze zone zal
er geen staging of destaging plaatsvinden.
Functie:
Wanneer een grote en snelle verandering in
de systeembelasting optreedt, zal de
systeemdruk snel veranderen en is een
snellere staging of destaging van een
compressor met vaste snelheid nodig om
aan de behoefte te kunnen voldoen. De
+Zone definieert het bereik waarbinnen de
vertraging voor de +zone actief is.
Als de +Zone te dicht bij nul wordt
ingesteld, verliest de functie zijn nut met
®
Drive Bedieningshandleiding
25-21 +Zone [eenh]
Range:
25-22 -Zone [eenh]
Range:
3,00
*
[0-9999,99]
®
MG.11.L4.10 – ADAP-KOOL
Drive
Functie:
betrekking tot het voorkomen van
veelvuldige staging bij kortstondige drukver-
anderingen. Een te hoge waarde voor de
+Zone kan leiden tot een onacceptabel hoge
of lage druk in het systeem terwijl de
+Zonevertragingstimer (par. 25-24) actief is.
De waarde voor de +Zone kan worden
geoptimaliseerd wanneer u het systeem
beter leert kennen. Zie par. 25-26 ++Zonever-
traging.
Om onbedoelde staging tijdens de inbedrijf-
stelling en fijnafstelling van de regelaar te
vermijden, kan de +Zone in deze fase het
beste op een waarde worden ingesteld die
groter is dan een te verwachten drukpiek.
Hiermee wordt ook meteen de onderdruk-
kingsfunctie voor drukpieken uitgeschakeld.
Wanneer de fijnafstelling is voltooid, moet de
+Zone op de gewenste waarde worden
ingesteld. Een initiële waarde van 3 °C wordt
aanbevolen.
Functie:
Wanneer een grote en snelle verandering in
de systeembelasting optreedt, zal de
systeemdruk snel veranderen en is een
snellere staging of destaging van een
compressor met vaste snelheid nodig om aan
de behoefte te kunnen voldoen. De -Zone
definieert het bereik waarbinnen de
vertraging voor de -zone actief is.
Als de -Zone te dicht bij nul wordt ingesteld,
verliest de functie zijn nut met betrekking tot
het voorkomen van veelvuldige staging bij
kortstondige drukveranderingen. Een te hoge
waarde voor de -Zone kan leiden tot een
onacceptabel hoge of lage druk in het
systeem terwijl de -Zonevertragingstimer
(par. 25-25) actief is. De waarde voor de -
Zone kan worden geoptimaliseerd wanneer u
het systeem beter leert kennen. Zie par.
25-27 –Zonevertraging.
Om onbedoelde staging tijdens de inbedrijf-
stelling en fijnafstelling van de regelaar te
vermijden, kan de -Zone in deze fase het
beste op een waarde worden ingesteld die
groter is dan een te verwachten drukval.
Hiermee wordt meteen ook de onderdruk-
kingsfunctie voor drukvallen uitgeschakeld.
Wanneer de fijnafstelling is voltooid, moet de
-Zone op de gewenste waarde worden
ingesteld. Een initiële waarde van 3 °C wordt
aanbevolen.