2. Druk op de u of d-toets om FAX RX OPERATION (Fax RX-inst.) te selecteren en vervolgens
op de Select-toets.
3. Controleer of MEMORY RX MODE (Gehe. RX-functie) is geselecteerd en druk dan op de
Select-toets.
4. Gebruik de u of d-toets om OFF (Uit) te selecteren en druk vervolgens op de Select-toets.
Het invoervakje voor het wachtwoord verschijnt.
Opmerking:
Als er geen wachtwoord is gespecificeerd, wordt de geheugenontvangstmodus geannuleerd.
5. Voer het wachtwoord in en druk dan op de Select-toets.
De geheugenontvangstmodus is geannuleerd.
Opmerking:
Als faxen zijn opgeslagen in het geheugen, begint het afdrukken van de faxen.
Doorstuurinstellingen opgeven
1. Druk op de u of d -toets om UTILITY (Gebr.programma) te selecteren en vervolgens op de
Select-toets.
2. Druk op de u of d-toets om FAX RX OPERATION (Fax RX-inst.) te selecteren en vervolgens
op de Select-toets.
3. Druk op de u of d-toets om FORWARD (Doorsturen) te selecteren en vervolgens op de
Select-toets.
De FORWARD (Doorsturen)-instelling verschijnt.
4. Druk op de u of d-toets om ON (Aan) of ON (PRINT) (Aan(print)) te selecteren en druk dan
op de Select-toets.
5. Voer de bestemming in of selecteer deze uit de snelkeuzebestemmingen.
Opmerking:
❏ Druk op de Addressbook (Adresboek)-toets om een selectie te maken uit de
snelkeuzebestemmingen (snelkeuze wordt ook wel verkort kiezen genoemd), typ het
snelkeuzenummer in en druk op de Select-toets.
❏ Er kan ook een e-mailadres worden gespecificeerd.
Epson AcuLaser CX37DNF
Bedieningspaneel en Configuratiemenu
Gebruikershandleiding van de fax
22