Richtlijnen voor het opslaan van afdrukmateriaal
Gebruik de volgende richtlijnen voor optimale prestaties van de all-in-one en om problemen te
voorkomen die worden veroorzaakt door onjuist opgeslagen afdrukmaterialen (zoals
papierstoringen en slechte afdrukkwaliteit).
Sla afdrukmateriaal op in een omgeving met ongeveer kamertemperatuur. De lucht moet
niet te droog of te vochtig zijn.
• Een omgeving die niet aan de vereisten voldoet kan ertoe leiden dat afdrukmateriaal
• Warmte zorgt ervoor dat vocht in het afdrukmateriaal verdampt, terwijl koude ertoe leidt
Schaf niet méér afdrukmateriaal aan dan relatief snel kan worden gebruikt (ongeveer drie
maanden).
• Afdrukmateriaal dat voor langere perioden wordt opgeslagen kan worden blootgesteld
Open pakken afdrukmateriaal pas wanneer u deze nodig hebt.
• Wanneer afdrukmateriaal wordt geopend en gebruikt, verliest of absorbeert het vocht,
• Niet-geopende afdrukmaterialen in verzegelde riemen kunnen verscheidene maanden
• De beste manier om een geopend pak afdrukmateriaal te bewaren is het opnieuw strak
48
3 - Werken met de all-in-one
vervormt, met als resultaat papierstoringen in de all-in-one. De vereiste
omstandigheden zijn 20 tot 24 graden C en een relatieve luchtvochtigheid van 45 tot
55 procent.
dat vocht op de vellen condenseert. Verwarmingssystemen en airconditioners
verwijderen het meeste vocht uit een ruimte. Vochtig weer en waterkoelers kunnen de
vochtigheidsgraad in een ruimte doen toenemen.
aan extreme warmte of vochtigheid, waardoor schade kan ontstaan.
afhankelijk van de omgeving. Dit kan bij het afdrukken strepen, vlekken en lichte tekens
veroorzaken.
vóór gebruik stabiel blijven.
dichtmaken in de vochtbestendige verpakking. Als de omgeving onderhevig is aan
extremen, pakt u slechts zoveel afdrukmateriaal uit als u binnen een dag kunt
gebruiken, om ongewenste vochtschommelingen te voorkomen.
NLWW