L O O P B A N D T 6 0
TRAININGSINSTRUCTIES
• Vision Fitness raadt u aan om een medische geschiktheidstest te ondergaan voordat
u met de training begint. Als u tijdens het trainen misselijk wordt, pijn in de
borst krijgt, duizelig wordt of in ademnood komt, moet u onmiddellijk stoppen met
trainen en naar een arts gaan.
• Steek de stekker in het stopcontact. Hierbij mag niemand op de loopband staan.
• De Aan/Uit-schakelaar zit naast de stroomstekker van de loopband. Druk de
schkaleaar in stand "I" om de loopband in te schakelen.
• Gebruik bij het betreden en verlaten van de loopband de zijdelingse leuningen en
zorg er voor dat u stevig op de treevlakken staat voordat u op de loopmat stapt.
Bevestig de veiligheidsclip aan uw kleding voordat u begint met trainen.
• Als u op de loopband staat, geeft de console van de loopband u instructies, hoe u
het toestel moet bedienen.
• Een goede positie om op de loopband te wandelen, is als uw voeten en armen op
één lijn liggen en uw armen lichtjes gebogen zijn en u tevens de handpulssensoren
vasthoudt. Bij loopsnelheid moet u zodanig lopen dat uw armen vrij heen en weer
kunnen bewegen en niet de voorste leuning raken.
• Houdt u zich vast aan de voorste leuning als u de snelheid wilt veranderen. Als u
zich veilig voelt bij het wandelen of rennen, kunt u uw handen van de leuning af
nemen.
• Probeer niet de HR-sensoren vast te pakken bij snelheden boven de 7,2 km/u
(4,5 mph). Voor deze snelheden raden wij het gebruik van een borstband aan.
• Wij raden u dringend aan dat u altijd gebruikt maakt van de ingebouwde
opwarmings- en afkoelingsperiodes in uw training. Bij het opwarmen wordt uw
hartslag in de laagste zone van de hartslagdoelzone gebracht en wordt uw
ademhaling versneld. Bovendien worden de werkende spieren beter doorbloed. Het
afkoelen is nodig om uw pols na lichamelijke belasting terug te brengen in een
rustfase. Bovendien wordt de hoeveelheid melkzuur in uw spierweefsel gereduceerd.
20
PROGRAMMA INSTELLEN
Gebruik de PROGRAMM PLUS toetsen om het programma in te voeren of gebruik de
SNELHEIDS-toetsen om het gewenste programma te kiezen. Gebruik de CIJFER-toetsen om
de waarden in te voeren of gebruik de SNELHEIDS-toetsen
te kiezen die op het display moeten verschijnen. Druk op de ENTER-toets om elke keuze te
bevestigen. Volg deze stappen bij elk programma dat u wilt instellen.
SNELSTART
Druk op de "GO"-toets en op het trainingsdisplay verschijnt "3, 2, 1, GO!" De training
begint met de laagste stijging en snelheid en de tijd begint te lopen bij "0" tot aan de
maximale tijd.
HANDMATIG
1) Druk op de HANDMATIG-toets en op ENTER om het programma te kiezen.
2) "TIJD KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
3) "GEWICHT KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
4) Druk op de GO-toets om met uw training te beginnen.
INTERVAL
1) Druk op de INTERVAL-toets en op ENTER om het programma te kiezen.
2) "LEVEL KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
3) "TIJD KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
4) "GEWICHT KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
5) Druk op de GO-toets om met uw training te beginnen.
DOEL
A) TIJDSDOEL
1) Druk op de DOEL-toets en gebruik de SNELHEIDS-toetsen
kiezen.
2) "TIJD KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
3) "STIJGING KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
4) "SNELHEID KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
5) "GEWICHT KIEZEN": Gebruik de CIJFER- of de SNELHEIDS-toetsen
6) Druk op de GO-toets om met uw training te beginnen.
L O O P B A N D T 6 0
om de gewenste waarden
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
om het TIJDSDOEL te
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
en druk op ENTER.
21