Inhoudsopgave
Advertenties
13 Netbeheer
Voorbeeld: tijdsinterval bij gewijzigde gewenste waarde bedraagt 60 seconden
De Cluster Controller zendt onmiddellijk na de wijziging van de door de signaalgever
verzonden richtwaarde een sturingscommando met een dienovereenkomstige regelwaarde
naar de omvormers. Als er verdere regelwaarden nodig zijn om de gewenste waarde te
bereiken en u voor de parameter Tijdsinterval bij gewijzigde gewenste waarde een
waarde van 60 seconden hebt ingevoerd, verzendt de Cluster Controller deze verdere
regelwaarden telkens met tussenpozen van 60 seconden. Als de gewijzigde gewenste
waarde is bereikt, verzendt de Cluster Controller de actuele regelwaarde weer na het
tijdsinterval dat u voor de parameter Tijdsinterval voor regelwaarde in de
parametergroep Algemene instellingen hebt ingevoerd.
• Voer in het veld Max. aanpassing bij vermogensstijging de overeenkomstige
waarde in.
• Voer in het veld Max. aanpassing bij vermogensreductie de overeenkomstige
waarde in.
10. Als u de digitale ingangen gebruikt, moet u de statusconfiguratie uitvoeren:
• Selecteer de groep Statusconfiguratie.
• Activeer afhankelijk van het aantal gebruikte digitale ingangen in de kolom Actief het
selectievakje van de status die u wilt configureren.
• Voer in de kolom Werkelijk vermogen bij de status die u configureert de
overeenkomstige waarde in.
11. Voer de instellingen voor de "fallback" uit (zie hoofdstuk 13.5, pagina 78).
13.3.2 Begrenzing van het werkelijk vermogen bij het
netaansluitpunt regelen
Het is mogelijk dat de netwerkexploitant voor uw installatie een regeling van de teruglevering van
werkelijk vermogen bij het netaansluitpunt eist. Raadpleeg in geval van twijfel uw
netwerkexploitant. Als uw netwerkexploitant eist dat de installatie geen werkelijk vermogen
teruglevert, moet u de teruglevering van werkelijk vermogen permanent op 0 % begrenzen en
daarnaast de vooraf ingestelde waarde voor de gradiënt van het werkelijk vermogen aanpassen.
Daardoor is binnen enkele seconden een afregeling van het werkelijk vermogen op 0 % mogelijk.
Om de teruglevering van werkelijk vermogen bij het netaansluitpunt te regelen, moet u de volgende
handelingen in de aangegeven volgorde uitvoeren. De precieze procedure wordt in de volgende
paragrafen beschreven.
• Instelling voor de gradiënt van het werkelijk vermogen aanpassen
• Meetbron voor de teruglevering van werkelijk vermogen bij het netaansluitpunt kiezen
• Instellingen voor de begrenzing van het werkelijk vermogen uitvoeren
Instelling voor de gradiënt van het werkelijk vermogen aanpassen
Deze instelling is alleen noodzakelijk als uw netwerkexploitant eist dat de installatie geen werkelijk
vermogen teruglevert.
72
ClusterController-BA-nl-16
SMA Solar Technology AG
Gebruiksaanwijzing
Advertenties
Inhoudsopgave
