DUAL CLIMA
4.3 Verwarmingsmodus
In deze werkingsmodus zal de warmtepomp DUAL CLIMA verwarmen en het water in de
verwarmings-/klimaatreguleringsinstallatie op de gewenste temperatuur houden. Hiervoor moet
de gewenste instelwaarde van de verwarmingstemperatuur worden geselecteerd (zie "Selectie van
temperaturen") ende temperatuur van de kamerthermostaat (indien aanwezig) (Zie "Werking met
kamerthermostaat").
Deze modus grijpt uitsluitend in op de verwarmings-/klimaatreguleringsinstallatie, terwijl de
voorziening voor warm-kraanwaterproductie, indien aanwezig, uitgeschakeld blijft.
4.4 Warm-kraanwatermodus
Deze modus kan alleen geselecteerd worden als er een interaccumulator van warm kraanwater op
de installatie aangesloten is en de warmtepomp hiervoor geconfigureerd is.
In deze werkingsmodus zal de warmtepomp DUAL CLIMA het kraanwater van de interaccumulator
voor warm kraanwater verwarmen tot de gewenste temperatuur, met als doel de woning te
voorzien van warm kraanwater. Hiervoor moet de gewenste instelwaarde van de temperatuur van
het warme kraanwater geselecteerd worden (zie "Selectie van temperaturen"). Wanneer de gewenste
temperatuur bereikt is, zal de warmtepomp stoppen en blijven wachten op het ontvangen van een
nieuwe vraag van warm kraanwater.
Deze modus grijpt uitsluitendin op de installatie van de interaccumulator van warm kraanwater,
terwijl de verwarmings- en koelvoorzieningen van de verwarmings-/klimaatreguleringsinstallatie
uitgeschakeld blijven.
4.5 Koelmodus en warm-kraanwatervoorziening.
Deze
modus
/klimaatreguleringsinstallatie in koelmodus kan werken (koelende vloer, fancoils, enz.) er een
interaccumulator van warm kraanwater op de installatie aangesloten is en de warmtepomp
hiervoor geconfigureerd is.
Deze werkingsmodus is de combinatie van de koelmodus en de warm-kraanwatermodus
tegelijkertijd. Wanneer de vraag naar warm kraanwater wordt geactiveerd, zal de warmtepomp de
koelmodus uitschakelen en de modus voor productie van warm kraanwater aanschakelen,
aangezien de productie van warm kraanwater prioriteit heeft ten opzichte van koeling van de
verwarmings-/klimaatreguleringsinstallatie. Wanneer de gewenste temperatuur van het warme
kraanwater bereikt is, zal de warmtepomp de koelmodus opnieuw aanschakelen.
4.6 Verwarmingsmodus en warm-kraanwatervoorziening.
Deze modus kan alleen geselecteerd worden als er een interaccumulator van warm kraanwater op
de installatie aangesloten is en de warmtepomp hiervoor geconfigureerd is.
Deze werkingsmodus is de combinatie van de verwarmingsmodus en de warm-kraanwatermodus
tegelijkertijd. Wanneer de vraag naar warm kraanwater wordt geactiveerd, zal de warmtepomp de
verwarmingsmodus uitschakelen en de modus voor productie van warm kraanwater aanschakelen,
aangezien de productie van warm kraanwater prioriteit heeft ten opzichte van verwarming van de
verwarmings-/klimaatreguleringsinstallatie. Wanneer de gewenste temperatuur van het warme
kraanwater bereikt is, zal de warmtepomp de verwarmingsmodus opnieuw aanschakelen,
8
zal
alleen
kunnen
+
worden
geselecteerd
wanneer
de
+
verwarmings-