4. Het waterreservoir grondig uitspoelen met
schoonmaakazijn (ontkalkingsmiddel).
5. Het apparaat daarna uitspoelen met water en dit weer
aftappen via de waterafvoer.
6. Het waterreservoir inwendig drogen met een pluisvrije
doek.
7. De waterafvoer sluiten.
8. Het waterreservoir vullen met vers drinkwater, als het
apparaat weer in gebruik moet worden genomen (zie water
bijvullen).
9. Het bovengedeelte (19) van het apparaat weer op het
waterreservoir plaatsen.
10. Het waterreservoir verbinden met het bovengedeelte (19)
van het apparaat met de houders.
19
20
Luchtfilter reinigen
Het luchtfilter moet worden gereinigd, zodra het vervuild is. Dit
is bijv. merkbaar aan een gereduceerde capaciteit (zie
hoofdstuk defecten en storingen).
Waarschuwing
Controleer of het luchtfilter niet versleten of
beschadigd is. De hoeken en randen van het luchtfilter
mogen niet zijn vervormd of afgerond. Controleer voor
het weer plaatsen van het luchtfilter of het
onbeschadigd en droog is!
1. Het luchtfilter (8) uit het apparaat verwijderen.
2. Het filter reinigen met een zachte, pluisvrije en licht
bevochtigde doek. Is het filter sterk vervuild, maak het dan
schoon met warm water, vermengd met een neutraal
reinigingsmiddel.
3. Laat het filter volledig drogen. Plaats geen natte filters in
het apparaat!
luchtkoeler PAE 60 / PAE 61 / PAE 80 / PAE 81
8
NL