Installatie- & Bedieningshandleiding Brise Plus N
5
IN- EN UITBEDRIJFNAME
5.1
Inbedrijfname
De inbedrijfname moet altijd plaatsvinden met een drukloze en gesloten uitlaatafsluiter, door de inlaatafsluiter langzaam
te openen zal de drukopbouw in de installatie gerealiseerd worden. Wanneer de veiligheidsafslagklep gesloten is, kan
d.m.v. de inwendige druknivellering het systeem stroomafwaarts gevuld worden.
5.2
Uitbedrijfname
De uitbedrijfname wordt gerealiseerd door de instelschroef van de stuurdrukregelaar terug te draaien zodat er geen
gaslevering meer plaats vindt. Hierna dient de inlaat- en uitlaatafsluiter gesloten te worden en kan de systeemdruk via
de inregel/afblaaskraan op veilige afstand d.m.v. een slang afgeblazen worden.
5.3
Instelpunten gasdrukregelaar
D
C
B
SSV
Figuur 12: Instelpunten gasdrukregelaar
A: Instelling geregelde uitlaatdruk
B: Instelling aanspreekwaarde veiligheidsafslagklep (VAK)
C: Dop t.b.v. druknivellering (omdraaien en op as schroeven).
D: As t.b.v. bediening VAK
E: Instelpunt voordrukregelaar (dop wegnemen d.m.v. draaien)
Uitgewerkt door:
Raak IGS
Goedgekeurd door:
Datum:
J.R.
12 maart 2021
A
E
A
PILOT LD
Revisie:
10
E
A
PILOT HD
Pagina:
16 van 40