Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Drukhandhavingssystemen; Buffertank - Fröling PE1e Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.3 Drukhandhavingssystemen

Compressorgestuurde drukhandhaving
Pompgestuurde drukhandhaving

3.4 Buffertank

Aanvullende eisen voor Zwitserland volgens LRV Anhang 3, Ziffer 523
B1650222_nl | Gebruikshandleiding PE1e Pellet
Drukhandhavingssystemen in warmwaterverwarmingsinstallaties houden de vereiste
druk binnen ingestelde grenzen en compenseren de volumeveranderingen die
ontstaan door toedoen van temperatuurveranderingen van het verwarmingswater. Er
worden hoofdzakelijk twee systemen gebruikt:
Bij compressorgestuurde drukhandhavingsstations vinden de volumecompensatie en
de drukhandhaving plaats via een veranderlijke luchtbuffer in het expansievat. Als de
druk te laag is, pompt de compressor lucht in het vat. Is de druk te hoog, dan wordt er
lucht afgelaten via een magneetklep. De installaties worden uitsluitend gerealiseerd
met gesloten membraanexpansievaten en verhinderen zodoende een schadelijke
toevoeging van zuurstof in het verwarmingswater.
Een pompgestuurd drukhandhavingsstation bestaat in principe uit een
drukhandhavingspomp, een omloopklep en een drukloze opvangtank. Bij overdruk
laat de klep verwarmingswater in de opvangtank stromen. Als de druk onder een
ingestelde waarde daalt, dan zuigt de pomp het water uit de opvangtank en stuwt het
terug in het verwarmingssysteem. Pompgestuurde drukhandhavingssystemen met
open expansievaten (bv. zonder membraan) brengen zuurstof uit de lucht over in het
wateroppervlak, waardoor er corrosiegevaar ontstaat voor de aangesloten
systeemcomponenten. Deze systemen bieden geen zuurstofverwijdering in de zin van
corrosiebescherming conform VDI 2035 en mogen om corrosietechnische redenen
niet worden gebruikt.
AANWIJZING
Het gebruik van een buffertank is in principe niet noodzakelijk voor een probleemloze
werking van de installatie. Combinatie met een buffertank is echter aan te bevelen,
omdat hiermee een continue afname in het ideale vermogensbereik van de ketel kan
worden bereikt!
Voor de juiste dimensionering van de buffertank en de leidingisolatie (conform
ÖNORM M 7510 resp. richtlijn UZ37), gelieve contact op te nemen met uw installateur
of met Froling.
Automatische verwarmingsketels voor houtpellets met een thermisch
ingangsvermogen van meer dan 70 kW moeten zijn uitgerust met een warmte-opslag
met een volume van minstens 25 liter per kW nominaal thermisch vermogen. Deze
dimensioneringsvoorschriften gelden tot een nominale warmteafgifte van 500 kW.
Aanwijzingen omtrent de werking van een verwarmingsinstallatie | 3
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pe1e pelletPe1e pellet 45Pe1e pellet 60

Inhoudsopgave