Vervangen van onderdelen
Handleiding voor het vervangen van
componenten bij e-bikes / Pedelecs met
een CE-keurmerk en trapondersteuning tot
25 km/h
Categorie 1
Componenten die enkel na toelating door de fietsfabrikant/sys-
teemaanbieder mogen worden vervangen
• Motor
• Sensoren
• Elektronische besturing
• Elektrische bedrading
• Bedieningseenheid op het stuur
• Display
• Accupack
• Oplader
Categorie 2
Componenten die enkel na toelating door de fietsfabrikant
mogen worden vervangen
• Frame
• Veerpoot
• Vaste en verende vork
• Loopwiel voor naafmotor
• Remsysteem
• Remvoeringen
(Velgremmen)
• Bagagedragers
(Bagagedragers bepalen direct de verdeling
van lasten op de fiets. Zowel negatieve als
positieve veranderingen leiden potentieel tot
een ander rijgedrag dan het door de fabrikant
geïmpliceerde rijgedrag)
54
Categorie 3*
Componenten die na toelating door de fiets- of onderdelenfabri-
kant mogen worden vervangen
• Crank
(Als de afstanden - pedaalassen - midden van
het frame (Q-factor) in acht worden genomen)
• Loopwiel zonder naafmotor
(Als aan de ETRTO wordt voldaan)
• Ketting / tandriem
(Als de originele breedte in acht wordt geno-
men)
• Velglint
(Velglinten en velgen moeten op elkaar zijn
afgestemd. Veranderde combinaties kunnen
tot verschuiven van het velglint en daarmee tot
defecten aan de binnenband leiden)
• Banden
(De sterkere versnelling, het extra gewicht en
het dynamische fietsen door bochten maken
de inzet van voor de toepassing op e-bikes
toegelaten banden noodzakelijk. Hierbij dient
wel aan de ETRTO te worden voldaan)
• Remkabels / remleidingen
• Remvoeringen
(Schijf-, rol-, trommelremmen)
• Stuurpeneenheid
(voor zover de lengtes van kabels en leidingen
niet hoeven te worden gewijzigd. Binnen de
originele kabellengtes moet een wijziging van
de zitpositie voor de consument mogelijk zijn.
Bovendien verandert de lastenverdeling op de
fiets aanzienlijk en leidt deze tot potentieel kri-
tische stuureigenschappen)
• Zadel en Zadelbevestiging
(Als de verspringing naar achter ten opzichte
van het seriële / originele inzetbereik niet gro-
ter dan 20 mm is. Ook hier zorgt een veran-
derde lastenverdeling buiten het voorgeziene
instelbereik eventueel voor kritische stuurei-
genschappen. Daarbij speelt ook de lengte
van de zadelbuis aan het zadel en de zadel-
vorm een rol)
• Koplamp
(Koplampen zijn gemaakt voor een bepaalde
spanning die moet passen bij de accu's van
de fietsen. Bovendien moet de elektromagneti-
sche verdraagzaamheid (EMV) worden gega-
randeerd, waarbij de koplamp een deel van de
potentiële storing kan uitmaken)
• Tandwielen en tandwielcassettes
*Een toelating door de onderdelenfabrikant kan alleen plaats-
vinden als de component vooraf overeenkomstig de bedoeling
en de betreffende normen voldoende is gekeurd en er een
risicoanalyse werd uitgevoerd.
Categorie 4
Componenten waarvoor geen bijzondere toelating noodzakelijk is
• Stuurlager
• Binnenlager
• Pedalen
(Als het pedaal ten opzichte van het seriële /
originele inzetbereik niet breder is)
• Derailleur
• Versnelling
(Alle onderdelen van de versnelling moeten
geschikt zijn voor het aantal versnellingen en
moeten onderling compatibel zijn)
• Schakelhendel / Draaigreep
• Schakelkabels en bussen
• Kettingbladen / riemschijf / tandkrans
(Als het aantal tanden en de diameter gelijk
zijn
aan
het seriële / originele inzetbereik)
• Kettingbeschermer