•
Bewaar apparaten, gereedschappen en toebehoren die u niet gebruikt buiten het bereik
van kinderen en onbevoegde personen. Zij zouden voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen.
Houd kinderen en onbevoegden ver van uw werkplek.
•
Onderhoud en bewaar uw gereedschappen zorgvuldig. Gebruik nooit kapotte, beschadigde
of defecte gereedschappen. Kenmerk deze en zet ze apart van de gereedschappen die u ge-
bruikt, zodat u ze niet per ongeluk omwisselt.
•
Laat beschadigde apparaten direct repareren en gebruik deze niet totdat de reparatie
volledig gedaan is. Controleer gereedschappen en apparaten regelmatig op losse delen, be-
vestigingen, scheuren, gebroken onderdelen en alle andere omstandigheden die het veilige
gebruik van het gereedschap of apparaat zouden kunnen beïnvloeden. Veel ongelukken heb-
ben slecht onderhouden gereedschappen en het gebruik van kapotte apparaten als oorzaak.
•
Gebruik uitsluitend toebehoren die door de fabrikant zijn aanbevolen. Het gebruik van
ongeschikte of niet goedgekeurde toebehoren kan gevaarlijk zijn.
•
Reparatie van apparatuur dient uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel te gebeu-
ren. Het zelfstandig repareren van apparaten kan tot (levens)gevaarlijke situaties leiden.
selgevaar!
•
Gebruik uitsluitend dezelfde of betere onderdelen wanneer u onderdelen vervangt. Volg
de aanwijzingen in het hoofdstuk "Inspectie, onderhoud en reiniging" op. Het gebruik van niet
gecertificeerde toebehoren of vervangonderdelen of het niet acht nemen van de aanwijzingen
kan tot (zwaar) personenletsel leiden.
Bijzondere veiligheidsinstructies
•
Waarschuwing!
(20 bar/300 psi). Dit kan anders tot zware ongelukken met letsel en/of schade leiden.
•
Waarschuwing!
ende benzinemotor produceert koolstofmonoxide. Koolstofmonoxide is een kleur- en geurloos
gas. Het inademen ervan kan tot zwaar letsel en zelfs de dood leiden.
•
Neem de waarschuwingsetiketten en -aanwijzingen niet van het apparaat af. Deze bevatten
belangrijke informatie.
•
Lees voor gebruik alle waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen uit de handleiding van de
motor die getest wordt. Zorg ervoor dat u deze begrijpt.
•
Let erop dat de auto in de parkeerpositie ("P" bij automaat) of in neutrale stand (vrije gang bij
schakel) staat wanneer u de motor warm laat draaien. Trek de handrem aan.
•
Houd uw handen en vingers weg van de bewegende en hete onderdelen van de motor.
•
Waarschuwing!
te raadplegen. Elektromagnetische velden in de directe omgeving kunnen voor storingen of
defecten aan de pacemaker zorgen. Bovendien dienen deze personen onderstaande in acht te
nemen:
Wees extra voorzichtig in de buurt van de bobine, de bougiekabels of de ontstekingsverde-
◦
len van de draaiende motor.
Schakel de motor altijd uit wanneer er werkzaamheden aan de oontstekingsverdelen wor-
◦
den doorgevoerd.
•
Waarschuwing!
mogelijk voorkomende situaties afdekken. Gebruik het apparaat altijd zorgvuldig en waakzaam.
Gebruik
1.
Let op!
Het gebruik van de compressor dient met twee personen te gebeuren; een persoon
start en stopt de motor, de ander bedient de compressor.
2. De compressiemeter heeft een adapteraansluiting (2) met rubberen conus. Deze is bij alle soor-
ten bougie-openingen inzetbaar. Daarnaast heeft het apparaat een slangaansluiting (4) die voor
14-mm- en 18-mm-bougie-openingen gebruikt kan worden (zie afb. 1).
3. Voor het doorvoeren van een typische compressietest dient de motor voorbereid te worden.
Start de motor en zorg ervoor dat deze op normale bedrijfstemperatuur komt. Schakel vervol-
gens de motor uit.
tor nooit draaien in een niet-geventileerde ruimte of garage!
https://www.XPOtool.com
The Tool Experts
Overschrijd nooit de maximaal toegelaten druk van het apparaat
Gebruik de compressor uitsluitend in goed geventileerde ruimten. Een draai-
Personen met een pacemaker dienen voor gebruik van het apparaat een arts
De waarschuwingen en aanwijzingen uit deze handleiding kunnen niet alle
Waarschuwing!
Voorkom vergiftiging door koolstofmonoxide. Laat een mo-
Artikel 61483
Let-
pagina 4
04 2022-1