f
Stuur de afdruktaak naar de machine.
OPMERKING
• Verwijder elke envelop zodra deze is
afgedrukt. Door de enveloppen op te
stapelen kunnen ze vastlopen of
opkrullen.
• Als de enveloppen of dikker papier
vlekken vertonen tijdens het afdrukken,
stel dan Mediatype in op Env. Dik of
Dikker papier om de fixeertemperatuur te
verhogen.
• Als de enveloppen kreuken nadat ze zijn
afgedrukt, zie De afdrukkwaliteit
verbeteren uu pagina 158.
• Als dikker papier opkrult tijdens het
afdrukken, plaats dan één vel per keer in
de multifunctionele lade.
• Envelopstrips die geseald zijn door de
fabrikant moeten worden beschermd.
• Alle zijden van de enveloppe moeten
correct gevouwen zijn, zonder extra
vouwen of kreukels.
g
(Alleen om op enveloppen te drukken)
Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u
de twee grijze hendels die u omlaag
hebt gedaan in stap b terug naar hun
originele positie.
h
Sluit de achterklep (opwaarts gerichte
uitvoerlade).
OPMERKING
• Voor het tweezijdig afdrukken van
kopieën en faxen die u ontvangen hebt,
zie Geavanceerde gebruikershandleiding.
• Voor het tweezijdig afdrukken met behulp
van uw computer, zie Software en
Netwerk gebruikershandleiding.
Papier plaatsen
31
2