Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
5.2 Klemmenbeschrijving
Spanning:
A1
+24 VDC / 24 VAC / 48 ... 230 VAC
A2
0 VDC / 0 VAC
Ingangen:
S13-S14
SD ingang 1 (+)
S23-S24
Ingang kanaal 2 (–)
Uitgangen:
13-14
Eerste veiligheidsvrijgave (stop 0)
23-24
Tweede veiligheidsvrijgave (stop 0)
33-34
Derde veiligheidsvrijgave (stop 0)
41-42
Hulpverbreekcontact als Signaalcontact
Terugkoppeling: X1-X2
Start:
X1-X2
Manuele start (resetknop)
A1 S13 S24 X1
41
13
23
33
ON
IN A
IN B
OUT
SRB 301HC/T
...V
A2 S14 S23 X2
42
14
24
34
Afb. 1
5.3 Opmerkingen
Meldsignaaluitgangen mogen niet gebruikt worden in
veiligheidscircuits.
6. Gebruik en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging
2. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de veiligheidsmodule
4. Elektrische functie van de aangesloten sensoren en hun invloed op
de veiligheidsmodule en de nageschakelde actoren
6.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. Correcte bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
2. Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
3. Elektrische functie controleren
Als een manuele functietest vereist is om een eventuele
accumulatie van storingen te detecteren, moet deze met de
hieronder opgegeven intervallen uitgevoerd worden:
• minstens een maal per maand voor PL e met categorie
3 of categorie 4 (volgens ISO 13849-1) of SIL 3 met HFT
(Hardwarefouttolerantie) = 1 (volgens IEC 62061);
• minstens alle 12 maanden voor PL d met categorie
3 (volgens ISO 13849-1) of SIL 2 met HFT
(Hardwarefouttoleratnie) = 1 (volgens IEC 62061).
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
4
SRB301HC/T-24V / SRB301HC/T-24V-(V.2)
7. Demontage en afvalverwijdering
7.1 Demontage
De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden. De behuizing aan de onderkant naar boven
drukken en een beetje naar voren gekanteld, uitnemen.
7.2 Afvalverwijdering
De veiligheidsrelaismodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
8. Bijlage
8.1 Aansluitvoorbeelden
Het voorbeeld toont een tweekanalige aansturing van een
veiligheidsdeurbewaking met twee contacten A en B, waarvan
minstens een gedwongen verbrekend contact, met externe
resetknop
(zie Afb. 2)
J
• Vermogensvlak: tweekanalige aansturing, geschikt voor
contactversterking of contactvermenigvuldiging via externe relais met
gedwongen schakelende contacten.
• De sturing herkent kabelbreuken en aardlekken in het
bewakingscircuit.
• Dwarssluitingen tussen de besturingscircuits worden herkend.
A1
S13 S14 S23
S24 X1 X2
F1
ON
I N A
K1
K2
A2
Afb. 2
a) Besturing
= Terugkoppeling
S
NL
SRB301HC/T-230V
S
K
B
J
K
A
13 23 33
a)
OUT
K1
I N B
K2
14
24 34
K
K
A
B
L1
41
K
A
K
B
42
N