Bezig met scannen
Opmaakaanpassingen selecteren
De optie Opmaakaanpassing voorziet in extra instellingen voor het formaat en de richting van het
origineel en voor het wissen van de randen.
Opmaakaanpassingen selecteren:
1.
Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Werkstroom Scannen.
Druk op het tabblad Opmaakaanpassing.
2.
3.
De richting van het originele beeld opgeven:
a.
Druk op Origineelrichting.
b.
Selecteer een optie op het scherm Origineelrichting:
•
Staande beelden en Liggende beelden hebben betrekking op de richting waarin de
originelen in de AOD zijn geplaatst.
Portretoriginelen en Landschaporiginelen hebben betrekking op de richting van de
•
beelden op de originelen.
Selecteer OK.
c.
4.
Het juiste gebied van het originele beeld scannen:
Druk op Origineelformaat.
a.
b.
Selecteer een optie op het scherm Origineelformaat:
Auto-herkenning - hiermee stelt de printer het formaat van het origineel vast.
•
Voorinstellingen scangebieden - hiermee geeft u het te scannen gebied op, als dit
•
overeenkomt met een standaard papierformaat. Selecteer het juiste papierformaat in
de keuzelijst.
•
Aangepast scangebied - hiermee kunt u de hoogte en breedte opgeven van het te
scannen gebied. Druk op de pijlen Hoogte-Y en Breedte-X om het gebied op te geven.
Gemengde origineelformaten - hiermee kunt u originelen van verschillende
•
standaardformaten scannen. Gebruik het schema in het scherm om te bepalen welke
verschillende origineelformaten in dezelfde opdracht kunnen worden gebruikt.
c.
Selecteer OK.
5.
De hoeveelheid opgeven die van de randen van het beeld moet worden gewist:
Druk op Randen wissen.
a.
b.
Selecteer een optie op het scherm Rand wissen:
Alle randen - hiermee wordt dezelfde hoeveelheid gewist van alle vier randen. Druk op
•
de pijlen van Alle randen om de hoeveelheid op te geven die van de randen moet
worden gewist.
•
Afzonderlijke randen - hiermee kunt u verschillende hoeveelheden voor de randen
opgeven. Selecteer Zijde 1 en druk daarna op de pijlen om de hoeveelheid op te
geven die van elke rand moet worden gewist. Selecteer Zijde 2 en druk vervolgens op
de pijlen om de hoeveelheid op te geven die van elke rand moet worden gewist, of
selecteer Zijde 1 spiegelen .
Selecteer OK.
c.
6.
Zo regelt u hoe de scanner blanco pagina's verwerkt:
a.
Selecteer Beheer blanco pagina's.
b.
Selecteer een optie:
•
Met Blanco pagina's behouden worden blanco pagina's ook opgenomen.
Met Blanco pagina's verwijderen worden blanco pagina's weggelaten.
•
c.
Selecteer OK.
124
ColorQube 8700/8900-multifunctionele kleurenprinter
User Guide