De lens wordt niet ingetrokken.
Het klepje van de
geheugenkaartsleuf en
batterijhouder is geopend terwijl
de camera was ingeschakeld.
Op de camera is
overgeschakeld van de modus
Opnemen naar de modus
Weergeven.
Films opnemen
De opnametijd wordt mogelijk niet goed weergegeven
of de opname wordt onverwacht gestopt.
De volgende typen
geheugenkaarten
worden gebruikt:
- Kaarten waarop langzaam
wordt opgenomen.
- Kaarten die zijn
geformatteerd op een andere
camera of op een computer.
- Kaarten waarop vaak beelden
zijn opgenomen en gewist.
Er wordt geregeld een bufferwaarschuwing
(p. 18)
op het LCD-scherm weergegeven.
Wanneer het interne geheugen
van de camera bijna vol is.
(de bufferwaarschuwing wordt
weergegeven totdat het
geheugen vol is en het
opnemen automatisch
wordt gestopt.)
Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf
en batterijhouder, schakel de camera in
en vervolgens weer uit (Verkorte
handleiding p. 5).
In dat geval kan de lens niet ingetrokken
worden. Als u de lens wilt intrekken, moet
u de modusdraaiknop weer naar
links draaien.
Hoewel de opnametijd tijdens de opname
mogelijk niet correct wordt weergegeven,
wordt de film goed opgenomen op de
geheugenkaart. De opnametijd wordt juist
weergegeven als u de geheugenkaart in
deze camera formatteert (dit geldt niet voor
trage geheugenkaarten)
Probeer de volgende procedures.
- Formatteer de kaart op laag niveau
(low level format) voordat u gaat
filmen
(p. 37)
- Verminder het aantal opnamepixel of
de opnamesnelheid
- Gebruik een geheugenkaart met hoge
snelheid (bijvoorbeeld SDC-512MSH).
(p.
37).
(p.
38).
151