Zelfontspanner
Met de zelfontspanner stelt u het moment van de opname met ongeveer 10 seconden uit, zodat u
zelf op de foto kunt komen. De zelfontspanner wordt ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu
(blz. 44).
Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede
zodanig dat het onderwerp binnen de scherpstelkaders
valt. Druk de ontspanknop half in om belichting en scherp-
stelling te vergrendelen (1). Druk de ontspanknop geheel in
om het aftellen te starten (2).
Omdat scherpstelling en belichting worden bepaald bij half
indrukken van de ontspanknop moet u niet voor de camera
gaan staan. Controleer altijd de scherpstelling met de
scherpstelsignalen voordat u het aftellen start (blz. 25).
Het aftellen van de zelfontspanner is zichtbaar op de monitor. Tijdens het aftellen knippert het zelf-
ontspannerlampje voorop de camera (3); het knipperen gaat vergezeld van een audio-signaal. Een
paar seconden voor de opname gaat het lampje sneller knipperen. Vlak voordat de opname wordt
gemaakt, brandt het lampje constant. Wilt u het aftellen stoppen, schuif dan de zoomschakelaar
naar links of rechts. De zelfontspannerstand wordt na de opname opgeheven; de camera gaat weer
over op enkelbeeld. Het audiosignaal kan worden uitgeschakeld in de sectie 3 van het setup-menu
(blz. 93). De vertraging van de zelfontspanner kan worden gewijzigd in 2 seconden, in sectie 4 van
het setup-menu (blz. 95).
Opnametips
U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om bij lange tijdopnamen cameratrilling te vermijden.
Wanneer u vanaf statief fotografeert kunt u opnamen van statische onderwerpen (landschappen,
stillevens, macro-opnamen) met de zelfontspanner maken. Omdat er op het moment dat de
opname begint geen contact met de camera is kan de fotograaf zo geen trilling veroorzaken. De
2-secondenstand van de zelfontspanner is voor dit doel zeer geschikt.
1
2
3
47