Gebruikershandleiding
Gerelateerde informatie
"Stroom besparen — Bedieningspaneel" op pagina 52
&
"Tekens invoeren" op pagina 18
&
Printerinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Printerinstellingen
Algem. afdrukinst.:
Deze afdrukinstellingen worden toegepast wanneer u afdrukt vanaf een extern apparaat zonder
gebruik te maken van het printerstuurprogramma. De verschuivingsinstellingen worden toegepast
wanneer u afdrukt met het printerstuurprogramma.
Offset boven:
Hiermee past u de bovenmarge van het papier aan.
Offset links:
Hiermee past u de linkermarge van het papier aan.
Controleer papierbreedte:
Selecteer Aan om voor het afdrukken de papierbreedte te controleren. Hiermee voorkomt u
dat er over de randen van het papier wordt afgedrukt wanneer het papierformaat onjuist is
ingesteld. Het afdrukken kan hierdoor iets langer duren.
Lege pagina overslaan:
Hiermee worden lege pagina's in de afdrukgegevens automatisch overgeslagen.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Inschakelen om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is
verbonden. Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken die niet via een
netwerkverbinding gaan beperkt.
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
Wi-Fi instellen:
Configureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het lcd-scherm.
❏ Wi-Fi (aanbevolen)
❏ Wi-Fi Direct
De printer voorbereiden
48