8
Pas de privacyinstelling aan.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
z
aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
U kunt de smartphone nu gebruiken om
z
op afstand Live View-opnamen te maken
van livebeelden, om door beelden op de
camera te bladeren of om beelden over
te dragen.
9
Verzend een beeld.
Draai aan de knop [ ] om een beeld te
z
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [
].
Nadat het beeld is verzonden, wordt
z
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
Om de verbinding te beëindigen, drukt
z
u op de knop [
]. Kies [OK] in het
bevestigingsscherm (druk op de knoppen
[ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en
druk vervolgens op de knop [
ook de smartphone gebruiken om de
verbinding te verbreken.
●
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest bij stap 8. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 8.
●
Privacyinstellingen voor geregistreerde smartphones kunnen later
indien nodig worden gewijzigd ( = 167).
●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart
in de camera zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
].
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 31) > tabblad [ 4] > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
Als u verbinding wilt maken zonder een wachtwoord in te voeren
bij stap 5, selecteert u MENU ( = 31) > tabblad [ 4] > [Inst.
draadloze communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord]
> [Uit]. [Wachtwoord] wordt niet meer weergegeven in het
SSID-scherm (bij stap 4).
●
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt ( = 160).
●
Zodra er een verbindingsbestemming is toegewezen in Touch-
acties ( = 127), kunt u de camera automatisch verbinding laten
maken met een eerdere bestemming door eenvoudig over het
scherm te vegen met het ingestelde handgebaar.
Een ander toegangspunt gebruiken
]. U kunt
Wanneer u de camera via het Wi-Fi-menu verbindt met een smartphone,
kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
][
] te drukken om
] te drukken.
1
Bereid de verbinding voor.
Open het scherm [Wachten op
z
verbinding] door stap 1–4 van "Via het
Wi-Fi-menu verbinding maken met
een smartphone" ( = 146) uit te voeren.
2
Verbind de smartphone met het
toegangspunt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamemodi
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu-instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
147