Instelling demping
Uitgangsinstelling
Omzeilen
Op het scherm Mute Setup kunt u kiezen hoe de Mute-toets werkt. De opties
voor demping zijn:
• Specific – hiermee kunt u de exacte waarde selecteren waarnaar het
volume wordt gedempt. Als het huidige volume al onder dat niveau zit
wanneer demping is ingeschakeld, blijft het niveau onveranderd. De
fabrieksinstelling is - - -, wat volledig gedempt is.
• Dampening – vermindert het huidige luisterniveau met een bepaalde
grootte (bv. -25,00 dB).
Op de pagina Uitgangsinstelling kunt u tot vijf verschillende
uitgangsconfiguraties definiëren. Druk op de knop voor de specifieke configuratie
die u wilt instellen om het instellingsmenu voor de uitgangsconfiguratie te openen.
Het scherm bevat toetsen om de configuratie te benoemen en gebalanceerde
(XLR) en/of eenzijdige (RCA) uitgangen in te schakelen voor hoofd-, hulp- en
subwooferkanalen. Als u een subwooferuitgang kiest, verschijnt de toets Bass
Management. Hetzelfde menu wordt gebruikt om elke configuratie in te stellen.
Bypass (ook bekend als Digitale bypass) is voorbehouden voor de 6e
uitgangsconfiguratie. Het is een Uitgangsconfiguratie die alleen beschikbaar is voor
bronnen die gekoppeld zijn met analoge ingangen. Door Digitale bypass te kiezen,
wordt elk circuit dat digitale signalen verwerkt, uitgeschakeld en blijft het signaal
volledig in het analoge domein. De voorversterker wordt dan geconfigureerd als een
conventionele analoge voorversterker waarbij alle digitale circuits volledig worden
uitgeschakeld. Wanneer Digitale bypass is geselecteerd, zijn DSP-functies niet
beschikbaar. Deze functies omvatten Toonregeling, PEQ, Monomodus en Beheer
lage tonen (subwooferuitgang). Als een uitgangsconfiguratie met subwoofer(s)
ingeschakeld, wordt opgeroepen, zal de instelling Digitale bypass deze instellingen
voor het beheer van lage tonen in die configuratie negeren zodat de L&R-signalen
analoog blijven met volledig bereik zonder subwooferuitgang. Als Digitale bypass
niet is geselecteerd voor een analoge bron, blijven analoge signalen in het analoge
domein, tenzij een functie waarvoor DSP is vereist, wordt opgeroepen.
De configuratie voor Digitale bypass kan niet worden gewijzigd. Zoals de hoofd-
als aux-uitgangskanalen zijn actief met zowel XLR- als met RCA-aansluitingen.
27