Uitgangsconfiguraties
34
Als u de voorkeur geeft aan conventionele regelaars voor lage en hoge tonen kunt u deze
configureren met behulp van het scherm Tone Control Setup, zoals beschreven in het
hoofdstuk Systeeminstallatie. Om toegang te krijgen tot de toonregeling drukt u op de
afstandsbediening op TONE, in de Classé App op het pictogram voor toonregeling of op het
touchscreen op MENU en vervolgens op Tone Control. De toonregeling wordt geactiveerd
door op het touchscreen het vakje Enable aan te vinken. Door op de afstandsbediening
op Tone te drukken opent het scherm Tone Control. Door vervolgens herhaaldelijk
op deze toets te drukken wordt de toonregeling in- en uitgeschakeld. Wanneer de
toonregeling is ingeschakeld verschijnt er Tone op het startscherm. De volumetoetsen op de
afstandsbediening en de volumeregelaar op het apparaat en de Classé App worden gebruikt
om het effect van de toonregeling in de kantelmodus te verhogen of verlagen. Bij gebruik als
conventionele regelaars voor de lage en hoge tonen worden de Boost- en Cut-toetsen op het
touchscreen gebruikt om de overeenkomstige toonregelingniveaus te verhogen of verlagen.
Deze bedieningen zijn ook toegankelijk door op de afstandsbediening op Tone te drukken en
de pijltjestoetsen voor het volume te gebruiken. Het instelbereik is +/- 6 dB in stappen van
0,5 dB. Kantelafstellingen gebeuren met de hulp van de volumeknop.
OPMERKING: De functie Toonregeling wordt beschouwd als een tijdelijke
overschrijving. Als het toestel uit stand-by komt, wordt Toonregeling gedeactiveerd.
Balans
Gebruik de volumeregelaar of de volumetoetsen op de afstandsbediening om
de L/R-balans in te stellen wanneer u op het scherm Balance staat. De balans
wordt in stappen van 0,5 dB aangepast door afwisselend 0,5 dB van elk kanaal te
versterken en verzwakken. Op deze manier blijft het algemene niveau ongeveer
gelijk aan de balansverschuivingen. De balansregelaar werkt door aanpassingen
te maken met de hoofdvolumeregelaar, zodat er geen extra schakelingen in het
signaalpad komen wanneer de balans wordt aangepast.
De balansregelaar biedt een bereik van +/- 10,0 dB en het verplaatsen van de
regelaar naar een van beide uitersten schakelt het tegenovergestelde kanaal uit
(meestal gebruikt om problemen op te lossen).
OPMERKING: uw linker en rechter luidsprekers produceren mogelijk niet
exact dezelfde output voor een bepaalde ingang, of hun locatie in de kamer
of ten opzichte van uw luisterpositie kan bijdragen tot een waargenomen
onbalans tot een paar dB. Om dit te compenseren, speelt u een eenvoudige
spraakopname af en plaatst u de Delta PRE in Mono (druk op Menu en
vervolgens op Mono). Open het scherm voor de balansregeling en gebruik de
afstandsbediening op de balans aan te passen totdat het geluidsbeeld perfect
gecentreerd is. Als u uw ogen sluit en dit een paar keer doet, zult u merken dat
één getal (bv. 1,5 dB rechts) consistent kan verschijnen. Als dat het geval is,
weet u dat dit de aanpassing is die uw systeem vereist. Laat de instelling dan
staan, keer terug naar gewone stereobediening en vergeet de balansregeling.
OPMERKING: Deze Balansfunctie wordt beschouwd als een tijdelijke
overschrijving. Als het toestel uit stand-by komt, wordt de balans opnieuw
ingesteld naar nul.
U kunt tot vijf verschillende uitgangsconfiguraties maken om voorkeuren te
voorzien, zoals met of zonder subwoofer(s), of met subwoofer(s) met verschillende
crossover-instellingen. Hoewel deze configuraties met specifieke bronnen kunnen
worden verbonden, kunnen ze ook worden opgeroepen vanaf het hoofdmenu of de
afstandsbediening. Wanneer u op de knop Uitgangsconfiguraties in het hoofdmenu
drukt of als u CONFIG SELECT kiest op de afstandsbediening, wordt de pagina
Uitgangsconfiguraties geopend. Kies de uitgangsconfiguratie die u wilt gebruiken.