Live signaal en notificatiebeheer
6 Li e signaal en notificatiebe eer
6.1 Inleiding
Uw handset biedt diensten met betrekking tot netwerkgebaseerde geautomatiseerde DECT-
monitoringsystemen. Deze diensten moeten worden geactiveerd en geconfigureerd door uw
systeembeheerder. Neem contact op met uw systeembeheerder alvorens deze diensten te gebruiken.
•
Live signalen:
Live signalen zijn gesprekken die automatisch worden gevoerd (standaard elke 90 seconden) door
de handset naar de notificatieserver. Op basis van de informatie die naar de notificatieserver wordt
gestuurd, is de server in staat om te bepalen of de handset bereik heeft en aan staat.
•
Noodoproepen of meldingsoproepen:
Noodoproepen worden geïnitieerd door de gebruiker van de handset. Deze worden gebruikt om de
server op de hoogte te stellen van noodgevallen zoals letsel of materiële schade nadat specifieke
toetsen zijn ingedrukt.
Kennisgevingsoproepen zijn berichten die door de server naar de handset worden gestuurd om de
gebruiker te waarschuwen.
•
Key event gesprekken:
Key event gesprekken worden ook door de gebruiker geïnitieerd ook nu moet deze daartoe
bestemde toetsen op het numerieke toetsenbord indrukken. Dit type gesprek is bedoeld om de
server te laten weten dat bepaalde taken zijn afgerond, bijv. 'kamer gereed' in een hotelomgeving.
•
Statusgesprekken:
Statusgesprekken worden automatisch opgebouwd door de handset telkens wanneer deze wordt
verbonden met, resp. verwijderd van het laadstation resp. telkens wanneer de handset wordt in- en
uitgeschakeld.
•
Smart Beacon:
De handset kan een signaal naar de server sturen wanneer de gebruiker in een Beacon gebied is.
Er kunnen alleen nood- en gebeurtenisoproepen worden gemaakt door de gebruiker. Live signals, status
calls and smart Beacon alarms are visible to the user as these events are automatically made by the
handset.
U kunt het alarm stoppen tijdens een door de beheerder ingestelde pre-alarmtijd door op de knop
'annuleren' te klikken. Als een alarm door de gebruiker wordt gestopt, kan er geen alarm worden
geactiveerd tot de set weer in een door de beheerder ingestelde alarmtoestand is (0, 5, 10 of 15 minuten).
Om uw handset te configureren voor het ontvangen van een melding, contacteer uw beheerder of adviseur:
AL9032 ENAB " 2
/ 2
Manual".
8AL90396NLAAed02
/ 262/ 262Ex DECT Handset Alarms: Geolocation and notification Installation
56 /98