Live signaal en notificatiebeheer
6.2 Noodoproepen
Deze gesprekken zijn bedoeld om op eenvoudige wijze alarmmeldingen te kunnen versturen in geval van
nood. In de regel betekenen noodsituaties persoonlijk letsel en/of materiële schade en hebben prioriteit
boven alle overige alarmeringen en gesprekken.
Noodoproepen worden gemaakt door op de volgende toetsen te drukken:
Druk op de functietoets (tweemaal of ingedrukt houden) om de noodmeldingsoproep te
activeren.
OF
Druk lang op de OK toets om de noodmeldingsoproep te activeren (afhankelijk van
configuratie).
De handset bouwt de verbinding op met de alarmserver. Het bericht dat op de handset-display verschijnt,
verschilt per systeemconfiguratie.
Het normale bericht voor oproepafhandeling wordt weergegeven op het scherm en afhankelijk van de
configuratie ontvangt de gebruiker een bevestiging of een in conference bericht.
De noodoproepen zijn prioriteitsoproepen en kunnen in elke handsetstatus worden uitgevoerd. De
statussen van de handset zijn: inactief, gesprek, kiezen, bellen, configuratie, in de oplader gezet, uit de
oplader gehaald. Elke actieve oproep zal worden beëindigd zodra een noodoproep wordt geïnitieerd.
Noodoproepen zullen ook alle oproepen onderbreken zoals live, belangrijke gebeurtenis of statusoproepen.
Tijdens het notificatieproces worden alle acties van de gebruiker verder genegeerd totdat de communicatie
is opgebouwd met de alarmserver. Daarna kan of de gebruiker of de alarmserver het gesprek beëindigen,
waarna de handset naar 'niet bezet' zal gaan en weer beschikbaar is voor andere gesprekken.
6.3 Key event gesprekken
Via deze functionaliteit kunt u een informatiebericht verzenden naar een notificatieserver door op de
betreffende toetsen op het numerieke toetsenbord te drukken. Een Key event gesprek kan uitsluitend
worden gevoerd als de handset niet bezet is. Een voorbeeld van een toepassing van deze functionaliteit is
via een druk op de betreffende knop laten weten dat een hotelkamer gereed is. Telkens wanneer een van
de betreffende toetsen lang wordt ingedrukt, wordt het daaronder geprogrammeerde bericht naar de server
verzonden.
•
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 0 (lang indrukken).
Na het activeren van het key event-proces moet de gebruiker wachten met het indrukken van verdere
toetsen totdat de verbinding tot stand is gebracht met de alarmserver, om ervoor te zorgen dat de
verbinding correct tot stand komt. Daarna kan of de gebruiker of de alarmserver het gesprek beëindigen,
waarna de handset naar 'niet bezet' zal gaan en weer beschikbaar is voor andere gesprekken.
Indien geconfigureerd in de toetsinstellingsopties, kunnen toets P1 en P2 worden gebruikt als
toetsgebeurtenissen. Het gebruik van deze toetsen is vergelijkbaar met:
P-toetsen
P1 kort indrukken
P1 lang indrukken
P2 kort indrukken
P2 lang indrukken
8AL90396NLAAed02
vergelijkbare toetsen
1
2
3
4
57 /98