f
Kaartlezer
Als er een programmakaart in de kaartlezer wordt gestoken, kan met de op de kaart op-
geslagen programma's worden gewassen. Voer de programmakaart altijd in de richting
van de pijl in.
g
Toets
Voor het inschakelen van de wasmachine
h
Toets
Voor het uitschakelen van de wasmachine
i
Noodschakelaar
Druk hier alleen op bij gevaar. Door op de rode noodschakelaar te drukken, wordt de
machine uitgeschakeld. Als het gevaar is geweken, kan de schakelaar weer ontgrendeld
worden door deze naar rechts te draaien.
Bedieningselementen – reine kant (leeghaalkant, volledige versie)
a
a
Noodschakelaar
b
Display
Bedieningselementen – reine kant (leeghaalkant zonder display)
c
c
Noodschakelaar
d
Rood controlelampje "Programmastop"
Dit lampje brandt bij een programmastop, een programmastop die door een storing is
veroorzaakt of wanneer de piekbelastingsschakelaar actief is.
e
Groen controlelampje "Einde programma"
b
d e
Beschrijving machine
19