Situatie C
•
Als deze waarschuwing verschijnt terwijl de mo-
tor uit staat, kan de motor niet meer gestart
worden. Neem contact op met een erkende
dealer of gekwalificeerd garagebedrijf.
•
Als deze waarschuwing verschijnt terwijl de mo-
tor draait, kan de auto nog wel naar de dichtst-
bijzijnde erkende dealer of gekwalificeerd gara-
gebedrijf gereden worden.
•
Als de contactschakelaar uitgezet wordt wan-
neer deze waarschuwing verschijnt, kan de mo-
tor binnen 3 minuten opnieuw worden gestart.
Stop de auto op een veilige plek en neem con-
tact op met een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
Laat het AdBlue® SCR-systeem zo snel mogelijk
controleren en/of repareren door een erkende
dealer of gekwalificeerd garagebedrijf.
ROETFILTER (DPF - DIESEL PARTICULATE FILTER) (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
•
Zorg dat u zich niet brandt aan de uitlaatgas-
sen.
•
Parkeer het voertuig nooit boven brandbaar
materiaal zoals droog gras, oud papier of vod-
den, aangezien deze makkelijk vlamvatten.
LET OP
Om een optimale werking van het roetfilter (DPF)
te behouden moet u de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht nemen:
JVM0548XZ
•
Gebruik brandstof met laag zwavelgehalte.
•
Gebruik een door RENAULT voorgeschreven
motorolie. (Raadpleeg het Onderhoudsboekje
van uw voertuig.) Het gebruik van een niet
door RENAULT voorgeschreven motorolie kan
een storing in het roetfilter of verhoogd
brandstofverbruik veroorzaken.
•
Breng geen wijzigingen aan in het roetfilter,
de uitlaatdemper of de uitlaatpijp. Dit zou an-
ders de werking van het roetfilter (DPF) kun-
nen beïnvloeden en een storing veroorzaken.
•
Trap of stoot niet tegen het roetfilter. Het roet-
filter heeft een ingebouwd katalysatorsys-
teem in de uitlaatdemper. Een dergelijke
schok kan het roetfilter beschadigen.
Het roetfilter (DPF) vermindert de hoeveelheid mi-
lieuvervuilende stoffen doordat het roetdeeltjes in
de uitlaatgassen opvangt. Roetdeeltjes die in het
roetfilter zijn opgevangen worden normaliter
tijdens het rijden automatisch verbrand en omge-
zet in ongevaarlijke stoffen. Echter, onder de vol-
gende omstandigheden kan roet in het roetfilter
niet verbrand worden:
•
Als de snelheid lange tijd onder 15 km/u (10 MPH)
blijft.
•
Als de motor regelmatig afgezet en weer gestart
wordt binnen 10 minuten.
•
Als de auto regelmatig gebruikt wordt voor korte
ritten van 10 minuten of korter.
•
Als de motor regelmatig wordt afgezet voordat
hij is opgewarmd.
In deze gevallen wordt het moeilijk om roetdeeltjes
die zich in het roetfilter hebben opgehoopt auto-
matisch te verbranden. Daardoor zal het waarschu-
wingslampje voor het roetfilter gaan branden op
het dashboard, terwijl het controlelampje op de
schakelaar voor regeneratie van het roetfilter zal
gaan knipperen. Dit is geen storing.
Als het waarschuwingslampje voor het roetfilter
gaat branden, moet u het regeneratieproces voor
het roetfilter uitvoeren.
LET OP
Als er doorgereden wordt met het waarschu-
wingslampje voor het roetfilter aan en zonder re-
generatie uit te voeren, zal de noodloopfunctie
het motortoerental en/of -koppel beperken. In dit
geval moet de motorolie worden ververst en
moet de serviceregeneratie worden uitgevoerd
door een erkende dealer of gekwalificeerd gara-
gebedrijf.
De serviceregeneratie wordt niet gedekt door de
garantie.
Starten en rijden
5-5