Basisfuncties voor opnemen
• Neem de onderstaande voorschriften in acht wanneer de
ACCESS-indicator brandt of knippert. Als u zich daar
niet aan houdt, kunt u uw gegevens voorgoed kwijtraken
of raakt de geheugenkaart mogelijk beschadigd.
- Verwijder kaart niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de camcorder
niet uit.
- Druk niet op de knop ^.
• Zorg ervoor dat u regelmatig een back-up van uw
opnamen maakt (A 129), vooral nadat u belangrijke
opnamen hebt gemaakt. Canon is niet aansprakelijk
voor verlies of beschadiging van gegevens.
• Als een onderwerp te dicht op de camcorder staat, kan
de camcorder mogelijk niet goed scherpstellen. U kunt
de filmmodus instellen op
scherpstellen op een onderwerp dat zich op slechts
20 cm afstand van de camcorder bevindt.
• Als 1
[i Aan] en de camcorder met de accu van stroom
wordt voorzien, wordt de camcorder automatisch
uitgeschakeld indien u 3 minuten lang geen
bedieningshandelingen verricht. Dit is om stroom te
besparen. Mocht dit gebeuren, zet dan de aan/uit-
schakelaar op OFF en dan weer op ON om de
camcorder opnieuw aan te zetten.
>
q
>
(A 88) om te kunnen
[Automatisch uit] ingesteld is op
58