Opbouw En Werking; Beschrijving Van Het Apparaat - REMKO ELT Series Montage- En Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor ELT Series:
- Bedienings- en installatiehandleiding (16 pagina's) ,
- Installatie-instructies (12 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (12 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3
Opbouw en werking
3.1 Beschrijving van het apparaat
De apparaten zijn ter plaatse gewijzigde elektro-
verwarmingsautomaten voor commercieel gebruik.
De apparaten worden uitsluitend gebruikt met elek-
trische energie en zijn ontworpen voor een volledig
automatisch, universeel en probleemloos gebruik.
De apparaten zijn voorzien van speciaal ingekap-
selde elektrische verwarmingsweerstanden,
geluids- en onderhoudsarme radiale ventilatoren,
veiligheids- en nakoelthermostaten, ingebouwde
ruimtethermostaat en netkabels met veiligheids-
stekkers.
De apparaten voldoen aan de fundamentele veilig-
heids- en gezondheidseisen van de betreffende
EU-bepalingen.
De apparaten zijn veilig in het gebruik en gemak-
kelijk te bedienen.
Gebruikslocaties van de apparaten
De apparaten zijn uitsluitend vervaardigd voor
commercieel gebruik.
De apparaten worden onder meer gebruikt
voor:
n
Het drogen van nieuwbouw
n
Plaatselijk verwarmen van werkplekken in de
buitenlucht of in niet brandgevaarlijke hallen en
productieruimtes
n
Het tijdelijk of permanent verwarmen van
ruimtes
n
Het ijsvrij maken van machines, voertuigen en
niet brandbare opslaggoederen, met in acht
neming van de overeenkomstige veiligheidsaf-
standen
Werking
De apparaten kunnen in de overeenkomstige
bedrijfsmodi worden gebruikt voor de verwarming
van de lucht resp. de luchtcirculatie.
Ze kunnen worden gebruikt in drie verwarmings-
en een ventilatieniveaus. Ze beschikken over een
5-traps bedrijfsschakelaar met de functies:
Uit (0)
Ventileren (1)
Verwarmen (2-4)
Om een constante ruimtetemperatuur te kunnen
waarborgen, moet het apparaat worden voorzien
van een ingebouwde kamerthermostaat. De ther-
mostaat schakelt na het bereiken van de geselec-
teerde temperatuur het verwarmingsbedrijf uit en
bij het onderschrijden van de geselecteerde tem-
peratuur weer in.
De ingebouwde temperatuurbegrenzer schakelt
het apparaat bij niet-toegestane hoge tempera-
turen uit en na afkoeling automatisch weer in.
Na het uitschakelen van de apparaten middels
de bedrijfsschakelaar of door de kamerthermo-
staten loopt de luchttoevoerventilator voor de
afkoeling van de verwarmingsweerstanden een
bepaalde tijd na en schakelt deze zelfstandig
uit.
Voor een optimaal bedrijf mogen de apparaten
niet worden gebruikt bij een omgevingstempe-
ratuur die hoger is dan 25 °C.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
