‑
Bij lage temperaturen moet de motor verschillende minuten ingeschakeld worden om
de hydraulische olie te laten circuleren, zodat een temperatuur van minstens 20°
bereikt wordt, alvorens de hoogwerker te activeren.
‑
Wanneer men in de hoogwerkerbak klimt, moet het veiligheidstuig onmiddellijk aan de
betreffende verankerpunten bevestigd worden, voordat ongeacht welke manoeuvre uit‑
gevoerd wordt. Men dient eraan te denken dat het veiligheidstuig PERIODIEK gecon‑
troleerd en NAGEKEKEN moet worden.
‑
Indien de druk van de stabilisatiepoten op de grond de toelaatbare druk op de grond
overschrijdt, dient men het draagoppervlak te vergroten door speciale platen of een
onderlaag van stabiel materiaal (hout bijvoorbeeld) tussen het terrein en de stempel van
de stabilisatiepoot aan te brengen.
Deze tussenplaten moeten een goede wrijving/hechting met de grond eronder en met de
stempel van de stabilisatiepoot garanderen. Ieder risico van glijden van de machine over
het terrein/grond moet weggenomen worden.
6.4.1 C
ONTROLES VÓÓR HET BEGIN VAN DE WERKZAAMHEDEN
Handel iedere dag als volgt, alvorens de machine te gebruiken:
‑
Controleer of de hydraulische installatie van de machine niet lekt. Bij lekken dient men de
benodigde reparaties uit te voeren en het hydraulische oliepeil te herstellen (zie de para‑
graaf over de onderhoudswerkzaamheden). Reinig de zone met een oplosmiddel of een rei‑
nigingsmiddel en water onder druk en vermijd contact met de elektrische delen.
‑
Controleer of er geen beginselen van corrosie zijn en of zich in de nabijheid van de
lasnaden geen barsten bevinden.
‑
Controleer de intacte staat en de correcte spanning van de rubber rupsbanden (zie de
paragraaf over de onderhoudswerkzaamheden).
‑
Controleer of er geen kapotte, beschadigde of ontbrekende componenten zijn. Contro‑
leer of de stopschroeven van de pennen en de veiligheidsmoeren of ‑ringmoeren correct
aangespannen zijn. Vervang, span en regel deze componenten volgens de instructies van
de fabrikant van de hoogwerker, alvorens de machine in gebruik te nemen.
‑
Neem puin weg dat brand of schade kan veroorzaken en let bijzonder goed op de bedie‑
ningszone van de machine en op de zone rondom de diesel‑/benzinemotor.
‑
Verwijder olieresten of puin van alle handvaten, treeplanken en bedieningshendels, die
de volledige veiligheid van de uit te voeren manoeuvres zouden kunnen compromitte‑
ren en ook de persoonlijke veiligheid van de operator zelf in gevaar kunnen brengen.
Controleer de intacte staat van de controlelampjes en van de elektrische bedieningsorga‑
nen van het elektrische bedieningspaneel op de hoogwerkerbak.
‑
Controleer de staat van bewaring van de stickers op de machine, die goed leesbaar moe‑
ten zijn.
66
ZELFRIJDENDE HOOGWERKER GOLDLIFT1780
HINOWA
MUGL178061210