Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Racetimer Gebruiken; De Afstand Tussen De Boeg En De Gps-Antenne Instellen; Leylijninstellingen; De Kielcorrectie Instellen - Garmin ECHOMAP ULTRA Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ECHOMAP ULTRA Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Selecteer een optie:
• Als u de startlijnmarkeringen aan stuurboord en bakboord
wilt markeren bij het passeren, selecteert u Ping-
markeringen.
• Als u de startlijnmarkeringen aan bakboord en stuurboord
wilt markeren door hun coördinaten in te voeren,
selecteert u Voer coördinaten in.
• Als u de ingestelde bakboord- en stuurboordmarkeringen
wilt verwisselen, selecteert u Wissel bakboord en
stuurboord.
De startlijnbegeleiding gebruiken
De functie Startlijnbegeleiding helpt u om bij een zeilrace op
optimale snelheid de startlijn te passeren.
1
Markeer de startlijn
(De startlijn instellen, pagina
2
Selecteer Menu > Doelsnelheid in de
startlijnbegeleidingsmeter en kies de gewenste snelheid op
het moment dat u de startlijn passeert.
3
Selecteer Doeltijd en kies het gewenste tijdstip om de
startlijn te passeren.
4
Selecteer Terug.
5
Start de racetimer
(De racetimer gebruiken, pagina

De racetimer gebruiken

1
Selecteer op de startlijnbegeleidingsmeter,
timer in te stellen.
2
Selecteer Menu > Start of Menu > Stop om de timer te
starten en te stoppen.
De afstand tussen de boeg en de GPS-antenne
instellen
U kunt de afstand tussen de boeg van uw boot en de locatie van
uw GPS-antenne invoeren. Dit verhoogt de kans dat de boeg
van uw boot de startlijn precies op de starttijd passeert.
1
Selecteer Menu > Startlijn > GPS-boegcorrectie in de
startlijnbegeleidingsmeter.
2
Voer de afstand in.
3
Selecteer OK.

Leylijninstellingen

Sluit een windsensor aan op de kaartplotter om de leylijnfuncties
te gebruiken.
In de zeilmodus
(Het type boot instellen, pagina
leylijnen weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg
handig zijn tijdens zeilraces.
Selecteer Menu > Lagen > Mijn boot > Leylijnen > Stel in op
de navigatiekaart.
Zeilhoek: Hiermee kunt u selecteren hoe het toestel leylijnen
berekent. De optie Actueel berekent de leylijnen met behulp
van de gemeten windhoek van de windsensor. De optie
Handmatig berekent de leylijnen met behulp van handmatig
ingevoerde hoeken voor loefzijde en lijzijde.
Hoek loefzijde: Hiermee kunt u een leylijn instellen op basis
van de zeilhoek voor loefzijde.
30
Hoek lijzijde: Hiermee kunt u een leylijn instellen op basis van
de zeilhoek voor lijzijde.
Getijdecorrectie: Hiermee corrigeert u de leylijnen op basis van
het getijde.
Tijdconstante filter: Filtert de leylijngegevens gebaseerd op de
ingevoerde tijdsinterval. U moet een hoger getal invullen als
u een vloeiendere leylijn wilt krijgen, waarbij wijzigingen in de
koers van de boot of ware windhoek deels worden
weggefilterd. U moet een lager getal invullen als u de leylijn
gevoeliger wilt maken voor wijzigingen in de koers van de
boot of ware windhoek.

De kielcorrectie instellen

U kunt een kielcorrectie invoeren om de waterdieptemeting te
29).
compenseren voor de installatielocatie van de transducer.
Hierdoor kunt u, afhankelijk van uw wensen, de diepte van het
water onder de kiel bekijken of de daadwerkelijke waterdiepte.
Als de transducer op de waterlijn of boven het uiteinde van de
kiel is geïnstalleerd en u de waterdiepte onder de kiel wilt weten
of het laagste punt van uw boot wilt vaststellen, meet u de
afstand tussen de locatie van de transducer en de kiel van de
boot.
30).
Als de transducer onder de waterlijn is geïnstalleerd en u de
daadwerkelijke waterdiepte wilt weten, meet u de afstand van de
onderkant van de transducer tot de waterlijn.
of
om de
OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u over
geldige dieptegegevens beschikt.
1
De afstand meten:
• Als de transducer op de waterlijn
van de kiel is geïnstalleerd, meet u de afstand tussen de
locatie van de transducer en de kiel van de boot. Voer
deze waarde in als een positief getal.
• Als de transducer is geïnstalleerd op de waterlijn
de daadwerkelijke waterdiepte weet, meet u de afstand
tussen de transducer en de waterlijn. Voer deze waarde in
als een negatief getal.
3) kunt u
2
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Als de transducer is aangesloten op de kaartplotter of een
sonarmodule, selecteert u Instellingen > Mijn boot >
Kielcorrectie.
• Als de transducer is aangesloten op het NMEA 2000
netwerk, selecteert u Instellingen > Communicatie >
NMEA 2000-instelling > Toestellenlijst; selecteer de
transducer en selecteer Bekijk > Kielcorrectie.
3
Selecteer
geïnstalleerd, of selecteer
kiel is geïnstalleerd.
4
Voer de afstand in die in stap 1 is gemeten.
als de transducer op de waterlijn is
als de transducer onder aan de
of boven het uiteinde
en u
Zeilfuncties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Echomap uhd

Inhoudsopgave