1.10 Instellingen
In dit scherm kunt u telefooninstellingen beheren en aanpassen.
U kunt het scherm Instellingen als volgt openen:
•
Druk op BEGIN > MENU en tik op Instellingen.
•
Druk op BEGIN , tik op
Personaliseren
Draadloze
bediening
Belinstellingen
Geluiden &
weergave
Gegevens-
synchronisatie
Sociale
netwerken
Locatie
Beveiliging
Toepassingen
, en daarna op Instellingen.
Selecteer een scene, stel de achtergrond in voor het beginscherm of het
vergrendelscherm, en stel de standaard beltoon voor binnenkomende
gesprekken in. U kunt een aangepaste scene ook hernoemen of
verwijderen door een aangepaste scene ingedrukt te houden in het
scherm Selecteer een scene.
U kunt de draadloze verbindingen van uw telefoon, zoals Wi-Fi en
Bluetooth, configureren, de vliegtuigmodus inschakelen of opties instellen
voor roaming, netwerken, en meer. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
U kunt gespreksservices instellen, zoals voicemail, het doorschakelen van
oproepen, gesprek in wachtstand en nummerweergave. Zie hoofdstuk
voor meer informatie.
Hiermee kunt u beltonen voor oproepen en meldingen instellen, of de
helderheid en time-out van het scherm aanpassen. Zie hoofdstuk 10
voor meer informatie.
Selecteer Google Apps™, Exchange Activesync, en Microsoft® Office
Outlook® items, indien ingesteld, om deze te synchroniseren. Zie de
hoofdstukken 5 en 9 voor meer informatie.
Beheer uw Facebook, Flickr en Twitter accounts.
Selecteer de gewenste GPS-bron.
Stel het ontgrendelpatroon voor het scherm in, schakel de vergrendeling
voor de SIM-kaart in, of reset de telefoon. Zie hoofdstuk 10 voor meer
informatie.
Toepassingen beheren en nieuwe programma's installeren.
Beginselen van de telefonie 49