8. Montagehandleiding
8.1 Belangrijke aanwijzingen
Houdt u zich aan de veiligheidsvoorschriften en
de aanwijzingen uit hoofdstuk 1.
De installateur is verantwoordelijk voor het goed
functioneren van het apparaat op de plaats van
opstelling. Hij dient de gebruiker (aan de hand van
de gebruiksaanwijzing) de werkwijze van het
apparaat te verklaren. Voorts dient hij de gebruiker
te tonen, hoe - in geval van nood - het apparaat
spanningsvrij kan worden gemaakt en hoe de
gastoevoer kan worden afgesloten.
Let op! Controleer voordat u het apparaat aansluit
of de specificaties van het aansluitpunt
overeenkomen met de specificaties van het
apparaat voor wat betreft gassoort, gasdruk en
netspanning. De gegevens van het apparaat staan
op de sticker bij het gasaansluitpunt dan wel het
typeplaatje. De gaskookplaat voldoet aan de eisen
van de categorieën die op het typeplaatje vermeld
staan. Het typeplaatje bevindt zich op het apparaat
en staat bovendien op het bijgevoegde losse blad.
Door de gasregelaars te vervangen, kan het
apparaat voor alle vermelde gassoorten worden
gebruikt. Mochten de gegevens niet
overeenkomen, dan moet het apparaat aan de
desbetreffende gassoort en gasdruk worden
aangepast. De gaskookplaat heeft geen eigen
afvoerkanaal voor verbrandingsgassen. De
geldende installatievoorschriften moeten dan ook
zorgvuldig in acht worden genomen.
Ventilatieaanwijzing
Voor een goede verbranding moet de ruimte waar
het apparaat staat opgesteld een inhoud hebben
van minimaal 10 m
3
, alsmede een buitendeur of een
raam dat geopend kan worden.
VG 231-...
FDxxxx
AC 220-240V
50/60Hz
Qn
5,0 kW
0,8 VA
In Duitsland dient het apparaat door een erkend
installateur te worden geplaatst, overeenkomstig
de daarvoor geldende voorschiften (zoals DVGW-
TRGI 86 en TRF 1988), de voorschriften van het
gasbedrijf, alsmede van de desbetreffende
instanties.
In Zwitserland dient de montage te geschieden
overeenkomstig de desbetreffende richtlijnen van
de SVGW en de Vereinigung der Kantonalen
Feuerversicherungen, alsmede volgens de
installatievoorschriften van de fabrikant.
In Oostenrijk dient de montage te geschieden
overeenkomstig ÖVGW-TR Gas (G1) en ÖVGW-TR
Flüssiggas (G2 - deel 1), alsmede volgens de
geldende plaatselijke bouwvoorschriften.
Deze kookplaat mag zonder speciale
voorzorgsmaatregelen in keukenmeubilair van hout
of ander brandbaar materiaal worden ingebouwd.
De achterwand mag niet van brandbaar materiaal
zijn.
Tussen het apparaat en temperatuurgevoelige
meubeldelen (bijvoorbeeld de zijwand van een
kast) dient een afstand te worden aangehouden van
minimaal 150 mm.
De kookplaat valt onder apparaatklasse 3 en moet
volgens de inbouwschets in het werkblad worden
ingebouwd.
Tussen werkblad en bovenkast dient u een afstand
aan te houden van minimaal 600 mm.
Bij plaatsing onder een afzuigkap moet de door de
fabrikant aangegeven veiligheidsafstand worden
aangehouden.
Wandafdichtstrips moeten hittebestendig zijn.
Neem tussen kookplaat en wandafdichtstrip een
afstand in acht van minimaal 35 mm.
Controleer het apparaat na het uitpakken op
eventuele transportschade en meld deze
onmiddellijk bij het expeditiebedrijf.
Technische wijzigingen voorbehouden!
13