Gebruik
Voor een centrifugecyclus
1.
Lees de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing en van de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
2.
Controleer de rotor en het toebehoren op eventuele schade zoals scheuren, krassen of corrosiesporen.
3.
De rotorkamer, de aandrijfas en de Auto-Lock controleren.
4.
De compatibiliteit van de rotor controleren.
Temperatuurbereik van de rotor
De rotor alleen bedienen in een temperatuurgebied van -9 °C tot +40 °C.
Op temperatuur brengen in de vrieskast onder -9 °C is niet toegestaan.
OPMERK ING
Bij luchtgekoelde centrifuges kan de rotor bij hoge omgevingstemperaturen warm worden. Bij temperaturen boven
45 °C kunnen bloedmonsters beschadigen. De rotor tussen twee processen laten afkoelen.
De rotor monteren
Door niet-toegestaan toebehoren te gebruiken of dit niet correct te combineren, kunt u de centrifuge ernstig
beschadigen.
De rotor uitsluitend in de centrifuges toepassen die in deze handleiding zijn beschreven.
Om de rotor in te bouwen, heeft u de steeksleutel (20360104) nodig.
U mag de rotor alleen plaatsen als het temperatuurverschil van aandrijfas en rotornaaf maximaal 20 °C bedraagt. Anders
kan de rotor bij het plaatsen vastklemmen.
Ga als volgt te werk:
1.
Open het centrifugedeksel en verwijder zo nodig stof, vreemde deeltjes of vloeistofresten van stalen. Schroefdraad
en O-ring moeten schoon en onbeschadigd zijn.
2.
De rotor zo draaien dat de uitsparing voor de aandrijfas naar beneden wijst.
3.
De rotor op de as plaatsen, zodat de uitsparing van de rotor exact boven de blokkeerpen zit.
Thermo Scientific
(zie „Tabel over chemische bestendigheid" op pagina
VO O RZI CH TIG
VO O RZI CH TIG
2
29)
11
Rotor 10 x 5 mL
|