Aerosoldicht gebruik
Basisprincipes
Biodichte verzegelingen zijn onderdeel van bioveiligheidsystemen die in internationale en nationale
bioveiligheidrichtlijnen zijn gespecificeerd. Deze zijn als enige veiligheidsaspect ontoereikend om mens en milieu in de
omgang met pathogene micro-organismen te beschermen.
De gebruikers moet vertrouwd zijn met het internationaal erkende handboek "Laboratory Biosafety Manual" (van de
WHO, de Wereldgezondheidsorganisatie) resp. met de bijbehorende nationale aanbevelingen.
Bij het centrifugeren van gevaarlijke monsters mogen aerosoldichte rotoren en recipiënten alleen in een
goedgekeurde veiligheidswerkbank worden geopend.
De maximaal toegestane capaciteit moet absoluut in acht genomen worden.
Controleer vóór aerosoldichte toepassingen de toestand van alle dichtingen.
Ga na de recipiënten met monsters voor de gewenste centrifugeertoepassing geschikt zijn.
Capaciteit
De recipiënten mogen in principe slechts in die mate worden gevuld, dat het monster bij het centrifugeerproces de rand
van de recipiënt niet kan bereiken. Vul de proefbuizen daarom slechts voor 2/3.
De aerosoldichtheid controleren
De controle van de rotoren en bakken gebeurt volgens de dynamisch microbiologische beproevingsmethode conform
EN 61010-2-020 bijlage AA.
De aerosoldichtheid van een rotor hangt voornamelijk af van het correcte gebruik ervan.
Controleer zo nodig de aerosoldichtheid van uw rotor.
Het is heel belangrijk dat alle dichtingen en afdichtvlakken zorgvuldig op slijtage en beschadigingen zoals scheuren,
krassen en verbrossing worden onderzocht.
Aerosoldichte toepassingen kunnen niet worden uitgevoerd als de kappen van de recipiënten geopend zijn.
Aerosoldichtheid vereist correcte bediening bij het vullen van de recipiënten met monsters en het sluiten van het
rotordeksel.
Thermo Scientific
V OO RZI CH TIG
VO O RZI CH TIG
WAA RSCH UWING
3
15
Rotor 10 x 5 mL
|