Bracketing
De camera biedt drie soorten bracketing: belichtingsbracketing,
flitsbracketing en witbalansbracketing. Bij belichtingsbracketing
(p. 131) past de camera voor elke opname de belichtingscorrectie
aan, terwijl bij flitsbracketing (p. 131) voor elke opname de
flitssterkte wordt aangepast (alleen in de flitssturingsstand i-DDL
of, voor de SB-900 en SB-800, automatisch diafragma; zie pagina
186 en 189). Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, wordt
slechts één foto gemaakt. Dit betekent dat u meerdere opnamen
moet maken om de bracketingserie te voltooien. Belichtings- en
flitsbracketing worden aanbevolen in gevallen waarin het moeilijk
is om de belichting in te stellen en u onvoldoende tijd hebt om het
resultaat te bekijken en de instellingen na elke opname aan te
passen.
Z
Bij witbalansbracketing (p. 135) maakt de camera meerdere
opnamen telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, waarbij
voor elke opname een andere witbalansinstelling wordt gebruikt.
U hoeft slechts één foto te maken om de bracketingserie te
voltooien. Witbalansbracketing wordt aanbevolen als u
fotografeert bij verschillende soorten licht of als u wilt
experimenteren met verschillende witbalansinstellingen.
A
Zie ook
Bij de standaardinstellingen varieert de camera zowel de belichting als de
flitssterkte. Via persoonlijke instelling e4 ([Inst. voor auto bracketing], p.
328) kunt u het type bracketing selecteren.
130