Aan de slag
Geheugenstatus > Extern geheugen, druk
vervolgens op de linker softkey -.
Deze bewerking is alleen nodig wanneer u de
geheugenkaart voor de eerste keer plaatst.
Tijdens het formatteren worden er
verschillende mappen voor verschillende
gegevenstypes aangemaakt.
De telefoon aan-/uitzetten
De telefoon aanzetten
Zorg ervoor dat de USIM-kaart in de
telefoon is geplaatst en dat de batterij is
opgeladen. Houd E ingedrukt totdat het
toestel aan gaat. Voer de USIM PIN-code in
die bij uw USIM-kaart is geleverd, als PIN-
codeverzoek is ingesteld op Aan.
(Opmerking: zie pagina 85) Na enkele
seconden wordt u aangemeld op het netwerk.
De handset uitzetten
Houd E ingedrukt totdat het toestel uit
gaat. Het kan een paar seconden duren
voordat de handset uit gaat. Zet de handset
24
ondertussen niet weer aan.
Toegangscodes
U kunt de in dit hoofdstuk omschreven
toegangscodes gebruiken om onbevoegd
gebruik van uw telefoon te voorkomen. De
toegangscodes (behalve de PUK- en PUK2-
code) kunnen worden gewijzigd met de
functie Codes wijzigen [menu nr. #.2.6.3].
PIN-code
(4 tot 8 cijfers)
De PIN (Personal Identification Number)-
code beschermt uw USIM-kaart tegen
onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt
meestal meegeleverd met de USIM-kaart. Als
de instelling PIN-codeverzoek aan staat, moet
u de PIN-code steeds invoeren wanneer u de
telefoon aanzet. Als PIN-codeverzoek uit
staat, maakt de telefoon zonder PIN-code
verbinding met het netwerk.