◁
De elektronica is nu ingesteld op het producttype
en de parameters van alle diagnosecodes komen
overeen met de fabrieksinstellingen.
Geldigheid: atmoTEC plus
◁
De installatieassistent start.
8.
Voer de installatiespecifieke instellingen uit.
10.4.8 Reparatie afsluiten
1.
Monteer het verbrandingskamerdeksel als dat nog niet
gebeurd is. (→ Pagina 10)
2.
Monteer de zijdelen als dat nog niet gebeurd is.
(→ Pagina 11)
3.
Monteer de frontmantel. (→ Pagina 10)
4.
Breng de stroomvoorziening tot stand als dat nog niet
gebeurd is.
5.
Schakel het product opnieuw in als dat nog niet ge-
beurd is. (→ Pagina 16)
6.
Open alle onderhoudskranen en de gaskraan als dat
nog niet gebeurd is.
7.
Controleer het product op dichtheid. (→ Pagina 21)
11 Inspectie en onderhoud
11.1
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
▶
Neem de minimale inspectie- en onderhoudsintervallen in
acht.
▶
Onderhoud het product eerder als de resultaten van de
inspectie een eerder onderhoud noodzakelijk maken.
11.2
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet
gecertificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
0020193973_03 atmoTEC pro, atmoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
Inspectie en onderhoud 11
11.3
Functiemenu
Geldigheid: atmoTEC plus
Menu → Installateurniveau → Testprogramma's → Func-
tiemenu
Met het functiemenu kunt u afzonderlijke componenten van
de CV-installatie aansturen en testen.
Weer-
Testprogramma
gave
T.01
Interne pomp
controleren
T.02
Driewegklep
controleren
T.03
Ventilator contro-
leren
T.04
Boilerlaadpomp
controleren
T.05
Circulatiepomp
controleren
T.06
Externe pomp
controleren
T.08
Brander controle-
ren
11.4
Zelftest elektronica
Geldigheid: atmoTEC plus
Menu → Installateurniveau → Testprogramma's → Zelftest
elektronica
Met de elektronicazelftest kunt u de printplaat controleren.
11.5
Componenten reinigen
1.
Voer voor elke reiniging de voorbereidende werkzaam-
heden uit. (→ Pagina 25)
2.
Voer na elke reiniging de afsluitende werkzaamheden
uit. (→ Pagina 26)
11.5.1 Reinigingswerkzaamheden voorbereiden
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 27)
2.
Demonteer de zijdelen. (→ Pagina 10)
3.
Demonteer het verbrandingskamerdeksel.
(→ Pagina 10)
4.
Bescherm de elektronicabox tegen spatwater.
Handeling
Interne pomp in- en uitscha-
kelen.
Interne driewegklep in ver-
warmings- of warmwaterpo-
sitie brengen.
Ventilator in- en uitschake-
len. De ventilator loopt met
maximaal toerental.
Boilerlaadpomp in- en uit-
schakelen.
Circulatiepomp in- en uit-
schakelen.
Externe pomp in- en uitscha-
kelen.
Het product start en gaat in
minimale belasting. Op het
display wordt de aanvoer-
temperatuur weergegeven.
25