Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Druk Meting; Druk Feed 1; Druk Feed 2; Druk Terugspoelen - EWS UFS8000 Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

UFS8000
Componenten
34

6.8. Druk meting

Op de besturing kunnen druk meters worden aangesloten die zijn uitgerust met een 0(4) – 20 mA
uitgang.
Er kan een bewaking op zowel ondergrens als bovengrens worden ingesteld, beide met een
programmeerbare vertragingstijd. Ook kan worden ingesteld of de installatie in geval van
"onderschrijding" dan wel overschrijding moet worden uitgeschakeld.
Indien een bewaking is geactiveerd dan kan, bij bijvoorbeeld overschrijding van de bovengrens een
melding worden verstuurd (bijvoorbeeld via een relais of via een e-mail (alleen bij UFS8x1x-xxxx)).
De instellingen voor de druk meters zijn alleen zichtbaar indien de besturing is uitgerust met printen
met 0-20mA ingangen (ca-fl-pr-3an).

6.8.1. Druk Feed 1

Bij deze meter wordt de druk in de aanvoerleiding gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.

6.8.2. Druk Feed 2

Bij deze meter wordt de druk in de aanvoerleiding gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.
Bij de inventarisatie dient het vensternummer steeds met 10 verhoogd te worden.
Bij de programmering dient het vensternummer steeds met 20 verhoogd te worden.

6.8.3. Druk Terugspoelen

Bij deze meter wordt de druk achter de terugspoelpomp gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.
Bij de inventarisatie dient het vensternummer steeds met 20 verhoogd te worden.
Bij de programmering dient het vensternummer steeds met 40 verhoogd te worden.

6.8.4. Druk Lucht

Bij deze meter wordt de druk in de luchttoevoerleiding gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.
Bij de inventarisatie dient het vensternummer steeds met 30 verhoogd te worden.
Bij de programmering dient het vensternummer steeds met 60 verhoogd te worden.

6.8.5. Druk Concentraat

Bij deze meter wordt de druk in de concentraatleiding gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.
Bij de inventarisatie dient het vensternummer steeds met 40 verhoogd te worden.
Bij de programmering dient het vensternummer steeds met 80 verhoogd te worden.

6.8.6. Druk Permeaat

Bij deze meter wordt de druk in de permeaatleiding gemeten.
Hoe de druk meting kan worden ingesteld, wordt beschreven vanaf § 6.8.7 "Druk meter instellen" op
blz. 35.
Bij de inventarisatie dient het vensternummer steeds met 50 verhoogd te worden.
Bij de programmering dient het vensternummer steeds met 100 verhoogd te worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave