Gebruik
Functietoets Bevochtiging
Om van deze functie gebruik te kunnen maken, moet u van tevoren het waterreservoir
met drinkwater vullen, maximaal tot 1 cm onder de bovenrand, circa 0,5 l.
Bevochtigingsstanden
De functie Luchtbevochtiging voorkomt dat het gaargoed uitdroogt en verbetert de
warmteoverdracht.
Er zijn 4 luchtbevochtigingsstanden beschikbaar:
0 : neutrale stand, geen bevochtiging
Dry: het ventiel wordt geopend
1 en 2: geregelde bevochtiging
Bevochtigingsstand opvragen
Bevochtigingsstand instellen
Restwater uit het apparaat wegpompen, het apparaat spoelen
Het apparaat ontkalken
Toets START
Programma's starten
Toets STOP
Te allen tijde functies opnieuw instellen
26
Zorg ervoor dat er altijd drinkwater in het waterreservoir zit. Vul regelmatig
drinkwater bij.
Druk op de functietoets Bevochtiging (7).
▌
De streefstand wordt weergegeven.
Druk op de functietoets Bevochtiging en houd deze ingedrukt.
Wijzig de bevochtigingsstand door aan de draairegelaar te draaien.
Laat de functietoets Bevochtiging los.
▌
De ingestelde waarde wordt automatisch toegepast.
▌
Op het display wordt weer de werkelijke compartimenttemperatuur weergegeven.
▌
Zodra een temperatuur van 50 °C is bereikt, start de waterpomp met een
voorpomptijd van 6 seconden. Hierbij kan water in de binnenruimte komen.
Zie ' Restwater uit het apparaat wegpompen, het apparaat spoelen', Pagina 40
Zie ' Apparaat indien nodig ontkalken , Pagina 45'
Druk op de toets START (12).
▌
Het geselecteerde programma start met de opgeslagen instellingen.
Druk op de toets STOP (11) en houd deze circa 5 seconden ingedrukt.
▌
Terug naar de functies. Deze kunnen, zoals hierboven beschreven, opnieuw
worden ingesteld. Hierbij wordt het lopende programma onderbroken.
Druk op de toets START (12) om het programma voort te zetten.
▌
Op het display wordt weer de werkelijke compartimenttemperatuur weergegeven.
Rieber GmbH & Co. KG