64
B
Uitvoeringen met
MISTACHTERLICHTEN
(Ring B)
Mistachterlichten ge-
doofd
Draai ring B van u af.
Mistachterlichten aan
Het controlelampje brandt.
De mistlampen werken in combina-
tie met de dimverlichting of het
grootlicht.
S i g n a l e r i n g
Uitvoeringen met
MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER
(Ring C)
Mistlichten vóór en ach-
ter gedoofd
Draai ring C van u af.
Mistlichten vóór aan
De mistlampen voor werken in combinatie met de parkeerlichten of de dimver-
lichting.
Draai de ring C van u af.
Mistlichten vóór en achter aan
Deze werken in combinatie met de parkeerlichten of de dimlichten
Doven:
één stand naar u toe draaien: mistlichten voor gaan uit.
twee standen naar u toe draaien: mistlichten voor en achter gaan uit.
N.b.: De mistachterlichten mogen
alleen bij mist of sneeuwbuien wor-
den gebruikt (zicht minder dan
50 meter).
C
Beschermende zekeringen
(onder dashboard)
F1
(onder de motorkap)
F6