IV. DE ROLSTOEL GEBRUIKEN EN
V. Dynamische 5de wiel
Wanneer u het 5de wiel aanpast, denk aan de omgevingsbelemmeringen die u kunt
tegenkomen. Als het 5de zwenkwiel de grond aanraakt, is het mogelijk dat de grotere
achterwielen de grond niet aanraken. Zorg altijd dat er voldoende ruimte is tussen de grond en
het 5de zwenkwiel.
Het standaard 5de wiel gebruiken
1. Het standaard 5de wiel inbrengen en verwijderen
a. Om het te verwijderen, trek aan de ontgrendelknop (Afb. 24:A) om de vergrendelpen vrij te
geven en schuif de assemblage uit de buisvormige ontvanger. 24:B).
b. Om de assemblage in te brengen, trek aan de ontgrendelknop (Afb. 24:A) en breng de
assemblage in de buisvormige ontvanger (Afb. 24:B).
c. Draai de assemblage in de ontvanger om de groef (Afb. 24:C) en de kruispen op een lijn te
plaatsen (Afb. 24:D).
d. Laat de knop los (Afb. 24:A).
2. De positie ten aanzien van de vloer aanpassen
a. De zwenkwielstam kan worden aangepast met de dynamische 5de wielarm.
b. Schroef de 6 mm bout in de klemring los (Afb. 25:A).
c. Pak de zwenkwielvorkassemblage vast en beweeg ze omhoog of omlaag naar de gewen-
ste positie. Let op dat de zwenkwielstam niet gedraaid wordt in de behuizing bij het herpo-
sitioneren.
d. Schroef de 6 mm bout in de klemring opnieuw vast (Afb. 25:A).
Afb. 24
A
INSTELLEN
D
C
B
35
Afb. 25
A