• Til het model horizontaal van de grond en draai het drie keer tegen de klok in rond zijn eigen (zie Afbeelding 9,
pos. A).
Houd de quadrocopter onmiddellijk daarna rechtop (zie afbeelding 9, pos. B, de camera is hierbij naar boven
gericht) en draai het model driemaal tegen de klok in rond zijn eigen as.
Plaats de quadrocopter vervolgens opnieuw op een vlakke ondergrond.
• Als de LED's in het model na een paar seconden in een langzaam ritme knipperen, was de kalibratie succesvol.
• Wacht nu tot de LED's in de quadrocopter permanent branden. Dit kan tot 30...40 seconden duren. Als de LED's
permanent branden, heeft het model succesvol een GPS-signaal ontvangen. De quadrocopter is nu verbonden
met de zender, de sensoren (gyro) zijn opnieuw vergeleken, het kompas is gekalibreerd, het GPS-signaal wordt
ontvangen en het model is klaar om te starten.
• Start de rotoren door op de handzender tegelijkertijd de linker be-
sturingshendel naar linksonder en de rechter besturingshendel naar
rechtsonder te drukken (zie afbeelding 10).
• Druk vervolgens op de knop "Auto-start/landing" (afbeelding 4, pos.
11). De quadrocopter gaat starten en op een hoogte van ong. een
meter voor u uit zweven.
• Druk nu de linker stuurhendel op de zender (afbeelding 4, pos. 6)
naar voren. Hiermee wordt het toerental van de motor verhoogd en
de quadrocopter stijgt.
Als u de stuurhendel naar achteren trekt, zal de quadrocopter dalen.
Als u de stuurhendel in de middelste stand laat, probeert de qua-
drocopter de hoogte te behouden door middel van ingebouwde
sensoren en GPS.
• Om de quadrocopter opnieuw te laten landen, trekt u langzaam de besturingshendel terug totdat de quadrocopter
naar de grond afdaalt. Een iets stevigere landing op de grond vormt daarbij geen probleem en mag niet met plotse
snelle gasbewegingen worden gecorrigeerd.
• Als alternatief kunt u het model naar het denkbeeldige landingspunt sturen en een automatische landing inleiden
door op de knop "Auto-start/landing" te drukken (afbeelding 4, pos. 11). Het model zakt automatisch naar de grond
en schakelt vervolgens de rotoren uit.
22
Afbeelding 9
Afbeelding 10