176 Hoofdstuk 13: Investeringsanalyse
Voorbeeld 1: Een eigendom is net gekocht voor €150.000. De aankoopprijs wordt
opgesplitst in €25.000 voor de grond en €125.000 voor het gebouw. De resterende
levensduur van het gebouw wordt bepaald op 25 jaren. Er wordt geen restwaarde
voorzien aan het einde van de geschatte levensduur. De afschrijvingswaarde en de
boekwaarde bedragen dus €125.000.
Het gebouw werd 4 maanden voor het einde van het jaar aangeschaft. Bepaal met behulp
van de lineaire afschrijvingsmethode het afschrijvingsbedrag en de resterende
afschrijvingswaarde voor het 1e, 2e, 25e en 26e jaar. Wat is de totale afschrijving na 3
jaren ?
Intoetsen
Intoetsen
(RPN modus)
(ALG modus)
f]
f[
fCLEARG
fCLEARG
125000$
125000$
25n
25n
1\
1³
4t
4t
~
~
t
t
~
~
t
t
~:$=
~:$:3
:3-~³
+~-
gi000
gi000
fCLEARG
fCLEARG
125000$
125000$
25n
25n
25\
25³
Scherm
Restwaarde = 0 dus FV = 0;
op 0 instellen door
CLEARG.
Boekwaarde.
125.000,00
Geschatte levensduur.
25,00
Gewenste jaar.
1,00
Eerste jaar:
1,00
afschrijving,
1.666,67
resterende
123.333,33
afschrijvingswaarde.
Tweede jaar:
2,00
afschrijving,
5.000,00
resterende
118.333,33
afschrijvingswaarde.
Derde jaar:
3,00
afschrijving.
5.000,00
Totale afschrijving over de
eerste drie jaren.
11.666,67
11.666,67
Boekwaarde.
125.000,00
Geschatte levensduur.
25,00
Gewenste jaar.
25,00