PW2
VW3
Afb. 19 Binnenunit, warmtepomp, boiler en cv-installatie met buffer
[1]
Automatische ontluchtingsventiel
[2]
Handmatig ontluchtingsventiel
[3]
Deeltjesfilter SC1
[4]
Vulkraan VW2
Deze vulprocedure geldt voor alle systemen, ook waarbij de warmte-
pomp boven de binnenunit is geplaatst. Voor een minder complex sys-
teem kan de procedure eenvoudiger zijn.
Stap 1: vullen van de warmtepomp en de boiler
1. Schakel de voeding van de warmtepomp en de binnenunit uit.
2. Waarborg dat alle temperatuurregelventielen in de cv-installatie vol-
ledig zijn geopend.
3. Sluit de ventielen naar de cv-installatie VC3 en deeltjesfilter SC1 en
het ventiel tussen de boilerspiraal VC4.
4. Sluit een slang aan op aftapkraan VA0 en het andere uiteinde op een
afvoer. Open de kraan.
5. Open de vulkraan VS2 om de warmtepomp te vullen.
6. Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de aftapslang komt
en geen luchtbellen meer in de warmtepomp worden gevormd.
7. Sluit aftapkraan VA0 en vulkraan VW2.
8. Open de koudwaterkraan VW3.
9. Open voor het vullen van de boiler een warmwaterkraan. Sluit de
kraan, wanneer alleen nog water uitstroomt.
Stap 2: vullen van de cv-installatie
10.verplaats de aftapslang naar de aftapkraan VC2 van de cv-installatie.
11.Open het deeltjesfilter SC1, het ventiel naar de boilerspiraal VC4, de
aftapkraan VC2 en de vulkraan VW2 om de cv-installatie te vullen.
Compress 5800i AW – 6721866650 (2023/09)
1
1
VL1
VL1
T0
VC2
T
T
VC3
PC1
MD1
PC0
VC4
12.Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de aftapslang komt
en geen luchtbellen meer in de cv-installatie worden gevormd.
13.Open het ventiel VC3.
14.Sluit aftapkraan VC2 en maak de slang los.
15.Open de handmatige ontluchtingsventielen en sluit deze weer als er
alleen nog water uitkomt.
16.Ga door met vullen tot de gewenste druk ( tabel 8) wordt getoond
op de GC1 manometer.
17.Sluit de vulkraan VW2.
Aansluiting leidingwerk
2
3
SC1
VA0
VW2
4
0010040384-005
2
17