Code
Beschrijving
810
Niet-plausibele
signalen van de
wieltoerentalsensor
820
Fout bij de leiding naar
de voorste wieltoeren-
talsensor
821 ...
Niet-plausibele
826
signalen van de
wieltoerentalsensor op
het voorwiel.
Deze is defect of
verkeerd gemonteerd;
groot verschil in
diameter tussen voor-
en achterwiel; extreme
rijomstandigheden, bv.
rijden op het
achterwiel
830
Fout in de bekabeling
naar de achterste
wieltoerentalsensor
831
Niet-plausibele
833 ...
signalen van de
835
wieltoerentalsensor op
het achterwiel.
Mogelijk ontbreekt de
sensorschijf. Deze is
defect of verkeerd
gemonteerd; groot
verschil in diameter
tussen voor- en
achterwiel; extreme
rijomstandigheden, bv.
rijden op het
achterwiel
840
Interne ABS-fout
850
Interne ABS-fout
860,
Fout in de voeding
861
870,
Communicatiefout
871,
880
883 ...
885
889
Interne ABS-fout
890
Het ABS-controle-
lampje is defect of
ontbreekt; mogelijk
werkt de ABS niet
geen
Interne fout van de
weer-
boordcomputer
gave
Tabel 40: Lijst storingsmeldingen boordcomputer
MY22Z01 - 16_1.0_26.07.2022
Oplossingsrichting
Neem contact op met de
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet
uitgaan.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet
uitgaan.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
Start het
aandrijfsysteem opnieuw
op door dit uit en weer in
te schakelen.
6.3.2
Accu
De accu wordt door middel van "Electronic Cell
Protection" (ECP) beschermd tegen
diepontlading, overbelading, oververhitting en
kortsluiting. Zo nodig schakelt de accu
automatisch uit door middel van een
beveiligingsschakeling. Wanneer een defect van
de accu wordt gedetecteerd, knipperen de LED's
van de laadtoestandweergave (accu).
Beschrijving
Code:
Wanneer de accu zich buiten
het toegestane bereik voor de
laadtemperatuur bevindt,
knipperen drie LED's van de
laadtoestandweergave.
Code:
Wanneer een defect van de
accu wordt gedetecteerd,
knipperen twee LED's van de
laadtoestandweergave.
Code:
Wanneer de oplader defect is
en niet oplaadt, knippert er geen
enkele LED. Afhankelijk van de
laadtoestand van de accu
branden één of meer LED's
continu.
Code:
Wanneer er geen stroomt loopt,
knippert er geen enkele LED.
Tabel 41: Lijst storingsmeldingen accu
Gebruik
Oplossingsrichting
1
Ontkoppel de oplader van
de accu.
2
Laat de accu afkoelen.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
Neem contact op met de
dealer.
1
Controleer alle connectoren.
2
Controleer de contacten van
de accu op vuil. Maak de
contacten zo nodig
voorzichtig schoon.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met
dealer.
92