Papier en ander afdrukmateriaal
6. Bewaar ongebruikte enveloppen altijd in de originele verpakking om te voorkomen
dat ze te droog of te vochtig worden. Als dat toch gebeurt, kan het de afdrukkwaliteit
negatief beïnvloeden of ertoe leiden dat de enveloppen kreuken. Als er te veel vocht
is, kan het gebeuren dat de envelop al voor of tijdens het afdrukken dichtgeplakt
wordt.
Bij het afdrukken op enveloppen kunnen de enveloppen kreuken of in reliëf worden
bedrukt. Een goed resultaat bij het afdrukken op enveloppen is afhankelijk van de kwaliteit
en de samenstelling van de enveloppen. Probeer een ander merk enveloppen als er
problemen optreden.
Papier in de inlegmodule voor extra groot
papier (lade 6 en 7) plaatsen
OPMERKING
Iedere invoerlade beschikt over een label met informatie over het plaatsen van papier.
Lees deze informatie op de labels op het binnenpaneel van de invoerlade voor de juiste
richting van die papiersoort als u papier in de lade plaatst.
OPMERKING
U wordt aangeraden de handmatige invoer (lade 5) te gebruiken om de enveloppen in
te voeren. Als u echter lade 6 of 7 gebruikt, moeten enveloppen C5 en #10 KKE worden
ingevoerd en moet de briefkaartbeugel zijn aangebracht. De maximale hoogte van de
stapel is 200 enveloppen.
Briefkaartbeugel
De briefkaartbeugel wordt vanuit de fabriek bij de inlegmodule voor extra groot papier
meegeleverd. Met de briefkaartbeugel kunt u op kleinere media afdrukken zonder dat
u de aflevering als naverwerking hoeft te snijden of te sorteren. De briefkaartbeugel is
in het bijzonder geschikt voor media van 101,6 x 152,4 mm (4 x 6 inch) KKE.
4-10
Xerox
®
Versant
®
2100 Press
Handleiding voor de gebruiker